HET VOERTUIG BEDIENEN
Wacht
5
waarschuwingslampjes uitgaan, en zet dan
de motor af.
Zie PROBLEEMOPLOSSING op pagina 114.
4. Urenteller en kilometerteller
Als de contactsleutel in de stand „AAN" is gedraaid en
de motor niet loopt, wordt de urenteller weergegeven.
Als de contactsleutel in de stand „AAN" staat en de
motor draait, wordt de kilometerteller weergegeven.
De urenteller geeft in 5 getallen het aantal uren aan
waarin het voertuig is gebruikt; het laatste getal geeft
1/10 van een uur aan.
De kilometerteller geeft in 5 getallen de afstand aan die
met het voertuig is afgelegd; het laatste getal geeft 1/10
van een km aan.
(1) Urenteller
(1) Kilometerteller
5. Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid aan.
52
minuten,
nadat
de
(1) Snelheidsmeter
HET VOERTUIG PARKEREN
1. Parkeerremhendel
De parkeerremhendel is niet alleen ontworpen voor
gebruik bij parkeren, maar ook voor noodstops (in
geval de voetrem defect is).
WAARSCHUWING
Ter voorkoming van ernstig letsel of de dood:
Voordat u uit het voertuig stapt
• Trek altijd de parkeerrem aan en laat de
werktuigen neer tot op de grond.
Ook al wordt de transmissie in een versnelling
gelaten bij een gestopte motor, dat voorkomt
niet dat het voertuig gaat rollen.
• Parkeer het voertuig niet bovenop afval of
onkruid of struiken.
• Parkeer het voertuig niet in de buurt van
brandbaar materiaal.
• Zorg bij het parkeren in een garage voor een
goede luchtcirculatie.
• Stop de motor en neem de sleutel uit het
contactslot.
1. Stop het voertuig op een vlakke ondergrond
2. Om de parkeerrem in te stellen, trapt u het
rempedaal in en trekt u de hendel naar de achterste
vergrendelde positie.
CONTROLEREN TIJDENS HET RIJDEN
RTV-X1110