Inhoudsopgave
Advertenties
OPWARMEN VAN DE MOTOR
1. Opwarmen van transmissieolie bij
lage temperaturen
Hydraulische olie dient als transmissievloeistof. Onder
koude weersomstandigheden kan de olie koud zijn met
verhoogde viscositeit. Dit kan leiden tot vertraagde
oliecirculatie of abnormale lage hydraulische druk
gedurende bepaalde tijd na het opstarten van de motor.
Dit kan op zijn beurt problemen met het hydraulische
systeem veroorzaken.
Om het bovenstaande te voorkomen, moet u volgende
instructies opvolgen: laat de motor bij 50% van het
nominale rpm opwarmen volgens de onderstaande
tabel:
Omgevingstemperatuur
Boven 0 ℃
-10 tot 0 ℃
-20 tot -10 ℃
Beneden -20 ℃
BELANGRIJK :
• Bedien het voertuig niet met volle belasting
totdat het voldoende is opgewarmd.
JUMPSTART
WAARSCHUWING
Ter voorkoming van ernstig letsel of de dood:
• Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de
buurt van de accu.
• Wanneer de accu van het voertuig bevroren is,
mag de motor niet met behulp van startkabels
worden gestart.
• Sluit de negatieve klem aan de voertuigzijde van
de startkabel niet aan op de minpool van de
accu van het voertuig.
• De onderdelen, zoals de demper, kunnen heet
zijn. Zorg ervoor u niet te branden bij het
aansluiten van de startkabel.
Volg in geval van een jumpstart de onderstaande
instructies, voor het op veilige wijze starten van de
motor.
1. Breng een hulpvoertuig met een accu van dezelfde
accuspanning als het uitgeschakelde voertuig
binnen makkelijk kabelbereik.
BELANGRIJK :
• De voertuigen mogen elkaar niet raken.
2. Zet beide voertuigen op de parkeerrem en zet de
versnellingshendel in de neutraalstand. Zet de
motor af.
3. Draag
een
veiligheidsbril
handschoenen.
RTV-X1110
Benodigde opwarmtijd
Ongev. 5 minuten
5 tot 10 minuten
10 tot 15 minuten
Meer dan 15 minuten
en
rubberen
4. Zorg ervoor dat de afschermkappen goed op hun
plaats zitten. (indien aanwezig)
5. Bevestig de rode klem aan de positieve (rood, (+) of
pos.) aansluiting van de lege accu en klem het
andere einde van dezelfde kabel aan de positieve
(rood, (+) of pos.) aansluiting van de hulpaccu.
6. Klem de andere kabel aan de negatieve (zwart, (-)
of neg.) aansluiting van de hulpaccu.
7. Klem het andere eind aan het motorblok of frame
van het uitgeschakelde voertuig zo ver mogelijk bij
de lege batterij vandaan.
8. Start het hulpvoertuig en laat de motor kort draaien.
Start het uitgeschakelde voertuig.
BEDIENING VAN DE MOTOR
39
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
