Werking
Standaardafdrukken
1
-Afdrukken
In deze handleiding wordt het woord
"Afdrukken" gebruikt in tegenstel-
ling tot "Kopiëren" om het onder-
s c h e i d a a n t e g e v e n t u s s e n d e
procedure waarmee dit apparaat af-
drukken maakt, en de procedure die
een standaard kopieerapparaat volgt.
Een standaard kopieerapparaat scant
het origineel in voor elke gemaakte
kopieënset. Dit apparaat scant echter
uw origineel slechts eenmaal in en
maakt vervolgens meerdere afdruk-
ken van deze master.
In dit hoofdstuk worden de basisaf-
drukhandelingen beschreven waar-
toe uw apparaat in staat is.
A
Plaats het origineel met de be-
drukte zijde omlaag in de docu-
m e n ti n v o e r e e n h e i d . S t e l d e
origineelzijgeleiders af op het
formaat van het origineel.
Opmerking
❒ U kunt slechts één origineel te-
gelijkertijd plaatsen.
18
B
Druk op de {Master Maken}-toets.
Er wordt een proefafdruk ge-
maakt.
C
Druk op de {Test}-toets en contro-
leer de afdrukdichtheid en de po-
sitie van de afbeelding op de
testafdruk.
Opmerking
❒ Als de positie van de afbeelding
niet helemaal juist is, kunt u
deze aanpassen met behulp van
de {Beeldpositie}-toetsen. Zie
Pag.21 "De afdrukpositie aan-
passen".
❒ Als de afdrukdichtheid te don-
ker of te licht is, kunt u deze
aanpassen met behulp van de
{Beelddichtheid}-toets. Zie
Pag.24 "De afdrukdensiteit aan-
passen".
AQP003S
AQP004S