Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem
Probleem
Probleem
Er is geen straalluchtstroom
wanneer de straalbediening
is ingeschakeld. De
waterpomp draait wanneer
de straalbediening is
ingeschakeld.
Er is geen straalluchtstroom
wanneer de straalbediening
is ingeschakeld. De
waterpomp draait
draait niet
draait
niet
niet
terwijl de straalbediening is
ingeschakeld.
De straalbediening is
uitgeschakeld maar er is
nog steeds straling.
334893E
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Er is een verstopping in het
vat of in de straalslang tussen
het vat en het paneel.
De straalregelaar is niet
aangepast aan de juiste druk.
De buis naar de
hoofdluchtregelaar is niet
goed aangesloten.
De straalluchtdrukregelaar is
stuk.
De hoofdluchtregelaar is stuk.
De luchttoevoer is
onvoldoende.
De noodstop is ingeschakeld.
De elektrische straalbestu-
ringseenheid is stuk.
De pneumatische
straalbesturingsmodule is
stuk.
De hoofdluchtregelaar zit vast. Zie
De buis voor de
straalbediening is niet goed
aangesloten.
De elektrische straalbestu-
ringseenheid is stuk.
De pneumatische
straalbesturingsmodule is
stuk.
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Zorg ervoor dat het kogelventiel is gesloten en
koppel dan de cam-lock-koppeling los. Open het
straalmiddelkogelventiel een beetje en controleer of
er straalmiddel uit de straalslang komt. Indien dit
niet het geval is, volg dan de procedure voor het
uitschakelen (zie
Afsluiten, page
en de mediumslang voldoende nadat het medium
en het water zijn afgevoerd.
Pas de straalregelaar aan zodat de gewenste
druk wordt bereikt terwijl de straalbediening is
ingeschakeld.
Bevestig dat de buis van de straalregelaar
naar de hoofdluchtregelaar niet stuk is. Zie
Slangschema, page
42.
Vervang de straalluchtdrukregelaar.
Zie
De hoofdluchtregelaar repareren, page
Zorg ervoor dat de luchtingangdrukmeter 0,68-
0,86 MPa (6,8-8,6 bar, 100-125 psi) weergeeft.
Wanneer de meter geen 0,68-0,86 MPa weergeeft,
controleer dan of de luchtcompressor juist is
ingesteld.
Schakel de noodstop uit.
Controleer de slangkabel voor beschadigde of
kortgesloten bedrading. Controleer de accu en
de verbindingen van het besturingspaneel. Zorg
ervoor dat de gelijkstroomvoedingsbron op 12 V
staat. Controleer de 3A-zekering binnen het
bedieningspaneel en vervang de zekering indien
nodig. Controleer de stroom binnen het circuit.
Indien er stroom is, vervang het relais.
Zie
Pneumatische straalbesturingseenheid, page
De hoofdluchtregelaar repareren, page
Zorg ervoor dat de luchtbuis correct is gelegd en
aangesloten. Zie
Slangschema, page
Controleer de slangkabel op beschadigde of
kortgesloten bedrading. Controleer de accu en
de verbindingen van het bedieningspaneel. Zorg
ervoor dat de gelijkstroomvoedingsbron op 12 V
staat. Controleer de 3A-zekering binnen het
bedieningspaneel en vervang de zekering indien
nodig. Controleer de stroom binnen het circuit.
Zie
Pneumatische straalbesturingseenheid, page
Probleemoplossing
21). Spoel het vat
30.
29.
30.
42.
29.
25
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
