Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
20. Zet de straalbedieningsschakelaar aan en begin
met stralen.
OPMERKING: het kan 1-2 minuten duren voordat
OPMERKING:
OPMERKING:
het straalmiddel de spuitmond bereikt.
OPMERKING: de vatdruk en de straaldruk
OPMERKING:
OPMERKING:
zouden op hetzelfde niveau moeten liggen
tijdens het stralen. Stel de vatdruk uitsluitend in
wanneer het straalmiddelkogelventiel is gesloten.
Pas de vatdruk nooit aan tijdens het stralen.
16
21. Pas het straalmiddeldoseerventiel langzaam aan
terwijl het straalmiddel uit de spuitmond komt.
Standaardaanpassingen bevinden zich tussen
1/8 en 1/4 draai open.
OPMERKING: de DataTrak kan worden
OPMERKING:
OPMERKING:
gebruikt om te helpen bij het instellen van
de cyclussnelheid van de pomp. Optimaal
mediumverbruik van het straalmiddel vindt
gewoonlijk plaats wanneer de cyclussnelheid is
ingesteld op 7-10 cycli per minuut.
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING: gebruik een stuk testmateriaal,
gelijkaardig aan het materiaal dat u gaat stralen.
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING: begin altijd zo zacht mogelijk en
verhoog dan de straalkracht indien nodig om te
reinigen zonder de ondergrond te beschadigen.
De pomp zou moeten draaien aan 7-10 cycli
per minuut indien deze juist is ingesteld.
Gebruikers met hoge productiesnelheid zullen
de cyclussnelheid hoger dan 10 cycli per minuut
moeten instellen.
OPMERKING: sluit het straalmiddelkogelventiel
OPMERKING:
OPMERKING:
wanneer u niet straalt gedurende 20-30 minuten.
Dit zal de levensduur van het membraanventiel
helpen verlengen.
0
0
0
0
0
0
0
0
3
8
9
334893E
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
