5.4 Rookgasafvoersysteem
Type: B23
5.4.1 Algemeen
Aansluiting op het rookgasafvoerkanaal moet overeen-
komstig de richtlijnen van NEN 1078 (GAVO laatste uitga-
ve) worden uitgevoerd. De ketel is voorzien van een inge-
bouwde rookgasafvoerventilator, daar natuurlijke afvoer
van rookgassen niet zal plaatsvinden.
5.4.2 Klasse-indeling
Overeenkomstig de voorschriften worden alle toestellen
tot een maximale belasting van 130 kW op klasse A, B of
C gekeurd.
Voor de remeha Gas 3d HR - 5 leden betekent dit klasse
C. Voor de overige ketels zou een eventuele keuring
eveneens klasse C hebben vermeld.
5.4.3 Eisen met betrekking tot het rookgasafvoer-
syteem
Plaatsing: De toe te passen rookgasafvoersystemen
(zie onderstaande specificatie en art. 17 van de GAVO)
dient qua uitmondingspositie te voldoen aan art. 18 van
de GAVO en het gestelde in de NPR 3378, 1987.
In situaties waarin niet aan deze eis kan worden
voldaan, adviseren wij u overleg te plegen met het plaat-
selijk gas-bedrijf of met onze afdeling Marketing en Sales
support (M&S). Gezien de ontwikkelingen op dit gebied
zijn veelal andere oplossing (b.v. voeren van het kanaal)
mogelijk.
Materiaal: Aluminium, roestvaststaal of kunststof (mits
Giveg-goedgekeurd).
Ventilatoraansluiting: Zie hoofdstuk 3.
Vernauwingen c.q. verwijdingen bij aansluitingen op het
rookgasafvoersysteem zijn toegestaan.
Maximale lengte bij min. inw. diameter: Zie par. 5.4.4.
Bochten: Zie par. 5.4.4.
Constructie: De toe te passen rookgasafvoerleiding
dient qua constructie op naden en verbindingen lucht- en
waterdicht te worden uitgevoerd of naadloos. Indien voe-
ringkanalen in bouwkundige systemen worden
toegepast, dan dienen deze te worden vervaardigd uit
een luchtdichte, enkelwandige starre aluminium of roest-
vaststalen constructie, ook buigbare roestvaststalen
voeringpijpen zijn toegestaan. Aluminium is toegestaan,
mits er geen contact is met het bouwkundige gedeelte
van het rookgasafvoersysteem.
Inspectie van het voeringkanaal moet mogelijk zijn. De
ketel dient m.b.v. de luchtregelschuif in de achterwand
van de tweede warmtewisselaar optimaal te worden
ingeregeld (zie par. 11.3).
8
remeha Gas 3d HR