Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatievoorschrift Voor De Gastechnische Installateur; Algemeen; Afpersen Van De Gasinstallatie; Gasdrukken - REMEHA Gas 3d HR Technische Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

9. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR

9.1 Algemeen

De gasaansluiting moet voldoen aan de NEN 1078
(GAVO laatste uitgave). De gasaansluiting kan zowel
links als rechts worden aangebracht.
Het bedieningspaneel en de aanvoer moeten altijd aan
dezelfde kant gemonteerd worden.
Indien de gasapparatuur aan de andere kant als de aan-
voer wordt gemonteerd, is vanaf de 9-leden ketel een ver-
lengkabelset nodig (meerprijs).
De gashoofdkraan en/of het gasfilter kunnen tegen meer-
prijs (los) worden geleverd.
Het gasmultiblok (5 t/m 10 leden) is standaard voorzien
van een filter.

10. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR

10.1 Algemeen
De elektrische aansluitingen en voorzieningen moeten
worden uitgevoerd volgens NEN 1010. Tevens dienen de
plaatselijke voorschriften van de energiebedrijven te wor-
den nageleefd.

10.2 Brandschakelaar

Overeenkomstig NEN 1078 (GAVO laatste uitgave) dient
buiten de stookruimte een zgn. 'brandschakelaar' te wor-
den gemonteerd om in geval van calamiteiten de voeding
naar het toestel te kunnen verbreken.

10.3 Schakelkast

De schakelkast is op de gasapparatuur gemonteerd.

10.4 Elektrische aansluitingen

De ketel is geheel voorbedraad. Slechts de elektrische
voeding (230 V-50 Hz) dient door de installateur te wor-
den verzorgd.
De elektrische aansluitingen dienen overeenkomstig het
meegeleverde schema te worden uitgevoerd.
De bedrading dient overeenkomstig NEN 1010 in door-
voerbuizen c.q. kabelkanalen gelegd en op deugdelijke
wijze aan het toestel gemonteerd te worden. Alle aan te
sluiten onderdelen dienen voorzien te zijn van een deug-
delijke aarding. De ketel is ter plaatse van de startbran-
der geaard. De aardaansluitingen dienen te worden ge-
controleerd.

10.5 Elektrotechnische gegevens

Aansluitspanning:
Max. opgenomen vermogen:
Geïnstalleerde zekeringswaarde: 6 A
Aansluitkabel:
De branderautomaat is fase/nul gevoelig!!!
230 V-50 Hz (L/N)
600/850 W
2
mm
2
VMvK.
1/2

9.2 Afpersen van de gasinstallatie

Gasinstallaties moeten gasdicht zijn. Zie voor beproeving
en controle NEN 1078 (GAVO laatste uitgave) art. 5.10.
Tijdens het afpersen dient de apparatuur afgekoppeld te
worden van de gasleiding.

9.3 Gasdrukken

Gastoevoerdruk:
- maximaal:
Branderdruk:
- vollast:
- deellast:
- aansteekbranderdruk:

10.6 Niveaubeveiliging

a) De niveaubeveiliging is vergrendelend uitgevoerd.
Fabrikaat:
Type:
Aansluitspanning:
Opgenomen vermogen:
Elektrodespanning:
Werkgebied:
Elektrode weerstand:
b) De elektrode Beru type FLE
De elektrode dient voor in het eindlid gemonteerd te
worden.

10.7 Externe inschakelcommando's

De ketels kunnen bestuurd worden via externe inscha-
kelcommando's.
Bij de 017-uitvoering dient het commando voor de eerste
trap op de klemmen 12 en 13 (doorverbinding verwijde-
ren) en voor de tweede trap op de klemmen 20 en 21
(doorverbinding verwijderen) in de schakelkast te worden
aangesloten.
Bij de 010-uitvoering dient het commando voor de eerste
trap op de klemmen 17 en 18 (doorverbinding verwijde-
ren) en voor de tweede trap op de klemmen 26 en 27
(doorverbinding verwijderen) in de schakelkast te worden
aangesloten.
Zie ook de aanduidingen op de elektrische schema's
(par. 10.8).
20
remeha Gas 3d HR
20-30 mbar
100 mbar
(in overleg met het gasbedrijf)
14,0 mbar
5,0 mbar
18,0 mbar.
Dungs
DWEB 34/2
230 V-50 Hz
5 W
42 V (AC)
0,5 tot 1,5 mA (AC)
max. 20 kOhm
min.
".
1
/
2
1 kOhm.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave