16. Controleer de werking van de vlambeveiliging en de
sluittijd van de beveiligingsafsluiters VA1 en VA2 door
de dop van de vlambeveiliging VB los te nemen. De
beveiligingsautomaat gaat in vergrendeling en de be-
veiligingsafsluiters sluiten. Ontgrendel in dit geval de
beveiligingsautomaat met behulp van de ontgrendel-
drukknop op de schakelkast.
17. De gaslekbeveiligingsapparatuur testen door de druk-
meetnippel tussen de beveiligingsafsluiters VA1 en
VA2 tijdens het pompen open te draaien. De gaslek-
beveiligingsautomaat gaat in vergrendeling en de sig-
naallamp 'gasslotlekkage' brandt. De installatie ont-
grendelen d.m.v. de ontgrendelknop DK.
18. Controleer de werking van de luchtdrukverschilscha-
kelaars LD2L en LD2H door tijdens de start en bedrijf
de sluitdopjes van de aansluitslangen los te nemen
(A, afb. 22) .
A A
A
Zijaanzicht
Afb. 22 Afsluitdopjes aansluitslangen
Vooraanzicht
11.2.4 Uit bedrijf nemen
1. Schakel de ketelregeling uit.
2. Sluit de gashoofdkraan.
3. Schakel de elektrische voeding van de ketel uit.
Opmerking:
Denk aan bevriezingsgevaar.
30
remeha Gas 3d HR