14. Stel de max. gasdrukschakelaar HDL (te hoge laag-
stand belasting) als volgt af:
Sluit een drukmeter een op meetpunt HDL.
Deze schakelaar is functioneel gedurende de laag-
stand van beveiligingsafsluiter VA2. Laat de ketel in
deellast branden. Verhoog de deellast branderdruk
naar 6 mbar. Hierbij mag geen CO worden gevormd.
Draai de HDL nu langzaam terug tot de ketel uitgaat.
Stel de deellast branderdruk nu weer in op 5 mbar.
15. De werking van de niveaubeveiliging controleren door:
a. De elektrische aansluiting van de elektrode los te
nemen, zie elektrisch schema (par. 10.9.1).
Controle op het waterniveau.
b. Een doorverbinding te maken tussen de elektrode
en de massa, zie elektrisch schema (par. 10.9.1).
Controle op de kortsluitvastheid.
In beide situaties gaat de niveaubeveiligingsautomaat
in vergrendeling. Ontgrendel in dit geval de niveaube-
veiligingsautomaat in de schakelkast (rode knop
indrukken).
16. Controleer de werking van de vlambeveiliging en de
sluittijd van het gasmultiblok MB door de dop van de
vlambeveiliging VB los te nemen. De beveiligingsauto-
maat gaat in vergrendeling en het gasmultiblok MB
sluit. Ontgrendel in dit geval de beveiligingsautomaat
in de schakelkast (knop indrukken).
11.1.3 In bedrijf stellen 11 t/m 17 leden
1. Controleer de gasaansluitingen.
2. Controleer de elektrische aansluitingen, Fase-Nul-
Aarde.
3. Controleer het waterniveau.
4. Open de gashoofdkraan (gasleiding goed ontluchten).
5. Stel de thermostaten in op een hoge temperatuur
(ca. 85°C).
6. Stel de luchtsleuf in op de gewenste waarde (par. 11.3).
7. Stel de tijdrelais in op de gewenste waarden:
K1: 5 sec.
K2: 5 sec.
8. Schakel de hoofdschakelaar op de schakelkast en de
bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel in.
9. Schakel de circulatiepomp in en controleer de monta-
gestand en draairichting.
10. Het volgende vindt nu plaats: De rookgasafvoerventi-
lator wordt ingeschakeld in vollast. Gedurende 60 sec.
worden ketel en tweede warmtewisselaar geventileerd,
wat door de luchtdrukverschilschakelaar LD2H wordt
gecontroleerd (het drukverschil moet ca. 4 mbar zijn.)
Als het drukverschil te groot is, zal na het terugscha-
kelen naar deellast van de ventilator geen start volgen
doordat de LD2H niet in rustpositie komt. Het startpro-
gramma zal repeterend werken.
K4: 5 sec.
K6: 3 min.
instelling t.b.v. demping
Afb. 18 Beveiligingsafsluiter
Hierna wordt de rookgasafvoerventilator teruggeschakeld
naar deellast, wat door de luchtdrukverschilregelaar
LD2L wordt gecontroleerd. Nu volgt de voorontsteking
(2,5 sec.), waarna de aansteekgasklep MK geopend
wordt. Het aansteekgas zal nu worden ontstoken. Bij
voldoende vlamsignaal (min. 7 µA) wordt na 5 sec. de
ontsteking uitgeschakeld. Na 10 sec. openen beide
beveiligingsafsluiters, VA1 en VA2 (VA2 opent in deel-
last), waarna het hoofdgas door de aansteekvlam
wordt ontstoken.
Als de deellast branderdruk te hoog is, zal de HDL gas-
drukbewaking aanspreken. Dit betekent een afbreking
van de startprocedure en een startherhaling zonder
storingsingreep. In deze situaties de HDL zo hoog
mogelijk afstellen.
Het gehele branderbed brandt nu. Na 8 sec. wordt het
aansteekgas uitgeschakeld en zal de vlambeveilliging
het branderbed bewaken. De ketel is nu in bedrijf.
Na 3 min. wordt de regeling naar vollast vrijgegeven.
11. De ketel enige minuten laten branden, zodat de nog
aanwezige lucht in de gasleiding kan ontsnappen.
12. Stel de vereiste branderdruk vollast in d.m.v. de gas-
drukregelaar (14,0 mbar). Voor de lage vlam de deel-
last branderdruk op 5,0 mbar instellen d.m.v. de dem-
perkop op de beveiligingsafsluiter VA2 (afb. 18) .
Hiervóór de bolkopschroef enkele slagen losdraaien.
13. Controleer de werking van de thermostaten en stel
deze op de juiste waarde in. De maximaalthermostaat
werkt vergrendelend (110°C).
26
remeha Gas 3d HR
beschermkapje
demperkop
bolkopschroef
verzegelde
verzonken
schroef