12. RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN
12.1 Algemeen
Hanteer het elektrisch schema en schakelvolgordediagram.
Controleer:
1. De netspanning Fase-Nul.
2. De schakelstand van de thermostaten.
3. De gastoevoer.
4. Het waterniveau.
Geen of onvoldoende rookgastransport
Controleer:
1. De draairichting van de ventilator (zie pijl op het slakken-
huis). Is deze niet juist, controleer dan de bedrading.
2. Het rookgasafvoerkanaal op verstoppingen.
3. De onderdruk, deze moet in vollast min. 3,7 mbar zijn
(in koude toestand).
4. Het waterslot in het sifon op vervuiling en/of deze ge-
vuld is met water.
5. De luchtdrukverschilschakelaars op de juiste werking.
Geen ontstekingsvonk
Controleer:
1. De spanning naar de ontstekingsformator.
2. De ontstekingselektrode.
3. De ontstekingselektrode afstand. Deze moet ca. 2 mm
zijn.
4. De hoogspanningskabel.
Geen aansteekvlam (wel ontstekingsvonk)
Controleer:
1. De spanning naar de aansteekgasklep MK.
2. De inspuiter van de startbrander op verstopping.
3. Of er lucht in de gasleiding aanwezig is.
Geen hoofdvlam
Controleer:
1. De spanning naar het gasmultiblok of de beveiligings-
afsluiter(s).
2. De ionisatie stroom (min. 7 µA).
3. De bedrading van de vlambeveiligingen.
4. De netspanning Fase-Nul.
Storingen van buitenaf
1. De gasdruk valt weg
- De beveiligingsautomaat valt in storing. Na het terug-
keren van de gasdruk, de installatie op de beveiligings-
automaat ontgrendelen.
2. De netspanning valt weg. De ketel gaat uit. Na het terug-
keren van de netspanning zal de ketel weer automatisch
in bedrijf komen.
3. De netspanning wisselt. Wisselingen van meer dan
+10 of -15% veroorzaken het in storing gaan van de
beveiligingsapparatuur.
Niveaubeveiliging
De niveaubeveiliging werkt op basis van geleidbaarheid.
Controleer:
1. De bedrading naar de elektrode.
2. De stroomsterkte in de leiding naar de elektrode (deze
moet 0,5 - 1,5 mA (AC) zijn).
Signalering 'niveau bev.' brandt. De installatie ontgrendelen
op de niveaubeveiligingsautomaat.
Opmerking
Toevoegingen aan het c.v.-water kunnen leiden tot
storingen, doordat de geleidbaarheidscoëfficiënt van het
water verandert.
32
remeha Gas 3d HR