11. INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT
11.1 Standaard elektronische uitvoering, regeling
H/L (uitv. 017)
11.1.1 Technische gegevens
Beveiligingsautomaat:
Type:
Aansluitspanning:
Max. opgenomen vermogen:
Min. noodzakelijke ionisatie stroom: 7 µA (DC)
Reactietijd vlambeveiliging:
Begrenzingstijd:
Max. toelaatbare omgevingstemperatuur: 60°C
Boring aansteekbranderinspuiter: Ø 1 mm.
Boring hoofdbranderinspuiters:
Branderdrukinstelling hoofdbranders:
Branderdrukinstelling aansteekbrander: 18,0 mbar
Inschakelonderdruk LD2L:
Uitschakelonderdruk LD2L:
Inschakelonderdruk LD2H:
Uitschakelonderdruk LD2H:
Drukverschil tijdens vollastbedrijf: 4 mbar.
11.1.2 In bedrijf stellen 5 t/m 10 leden
1. Controleer de gasaansluitingen.
2. Controleer de elektrische aansluitingen, Fase-Nul-
Aarde.
3. Controleer het waterniveau.
4. Open de gashoofdkraan (gasleiding goed ontluchten).
5. Stel de thermostaten in op een hoge temperatuur
(ca. 85°C).
6. Stel de luchtsleuf in op de gewenste waarde
(par. 11.3).
7. Stel de tijdrelais in op de gewenste waarden:
K1: 5 sec.
K2: 5 sec.
8. Schakel de hoofdschakelaar op de schakelkast en de
bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel in.
9. Schakel de circulatiepomp in en controleer de monta-
gestand en draairichting.
10. Het volgende zal nu plaatsvinden:
De rookgasafvoerventilator wordt ingeschakeld in vol-
last. Gedurende 60 sec. worden de ketel en tweede
warmtewisselaar geventileerd, hetgeen door de lucht-
drukverschilschakelaar LD2H wordt gecontroleerd.
(Het drukverschil moet ca. 4 mbar zijn.)
Opmerking
Wanneer het drukverschil te groot is, zal na het terug-
schakelen naar deellast van de ventilator geen start
volgen doordat de LD2H niet in rustpositie komt. Het
startprogramma zal repeterend werken.
fabrikaat Landis & Gyr
LFL 1.638
230 V - 50 Hz
600 W
1 sec.
5 sec.
Ø 3,2 mm.
Vollast:
14,0 mbar
Deellast: 5,0 mbar
> 1,15 mbar
0,98 - 1,05 mbar
> 3,35 mbar
3,09 - 3,19 mbar
K4: 5 sec.
K6: 3 min.
25
Hierna wordt de rookgasafvoerventilator teruggescha-
keld naar deellast, hetgeen door de luchtdrukverschil-
regelaar LD2L wordt gecontroleerd. Nu volgt de voor-
ontsteking (2,5 sec.), waarna de aansteekgasklep
MK geopend wordt. Het aansteekgas wordt nu
ontstoken. Bij voldoende vlamsignaal (min. 7 µA)
wordt na 5 sec. de ontsteking uitgeschakeld. Na 10
sec. opent het gasmultiblok MB in deellast, waarna
het hoofdgas door de aansteekvlam wordt ontstoken.
Opmerking
Als de deellast branderdruk te hoog is, zal de HDL gasdruk-
bewaking aanspreken. Dit betekent een afbreking van de
startprocedure en een startherhaling zonder storingsin-
greep. In deze situaties de HDL zo hoog mogelijk afstellen.
Het gehele branderbed brandt nu. Na 8 sec. wordt het
aansteekgas uitgeschakeld en zal de vlambeveilliging
het branderbed bewaken. De ketel is nu in bedrijf. Na
3 min. wordt de regeling naar vollast vrijgegeven.
11. De ketel enige minuten laten branden, zodat de nog
aanwezige lucht in de gasleiding kan ontsnappen.
12. Stel de vereiste branderdruk vollast (14,0 mbar) in
d.m.v. de gasdrukregelaar op het gasmultiblok
(afb. 17, pos. a) . Voor de lage vlam de deellast brander-
druk op 5,0 mbar instellen m.b.v. de instelring onder-
aan de magneetspoel van het gasmultiblok MB
(afb. 17, pos. c) . Hiervoor schroef (afb. 17, pos. b)
enkele slagen los draaien.
13. Controleer de werking van de thermostaten en stel
deze op de juiste waarde in. De maximaalthermostaat
werkt vergrendelend (110°C).
a
Afb. 17 Gasmultiblok
b
c