Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voor De Ingebruikname; Ingebruikname - REMKO RKV 10 W Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Voor de ingebruikname

Na een succesvolle dichtheidscontrole moet de
vacuümpomp met het manometerstation aan de
klepaansluitingen van het buitendeel (hoofdstuk „Dicht-
heidscontrole") aangesloten en moet er een vacuüm
gecreëerd worden.
Voor de eerste ingebruikname van het apparaat en na
ingrepen in het koelcircuit moeten de volgende
controles uitgevoerd en in het ingebruiknameprotocol
gedocumenteerd worden:
Controle van alle koelmiddelleidingen en kleppen
à
met lekopsporingsspray of zeepwater op dichtheid.
Bij stilstand van het apparaat.
Controle van alle verbindingsleidingen op abusieve-
à
lijk verwisselen van zuig- en injectieleiding.
Controle van de koelmiddelleidingen en de isolatie
à
op beschadigingen.
Controle van de elektrische verbinding tussen
à
binnentoestel en buitendeel op juiste polariteit.
Controle van alle bevestigingen, ophangingen enz.
à
op goede zitting en correct niveau.
Als de enkele lengte van de koelmiddelleiding 5
G
meter overschrijdt, dan moet extra koelmiddel
worden toegevoegd.

Ingebruikname

Nadat alle componenten aangesloten en gecontroleerd
zijn, kan de installatie in gebruik worden genomen. De
ingebruikname moet gebeuren aan de hand van het
attest over de ingebruikname en moet dienovereen-
komstig gedocumenteerd worden.
Na de ingebruikname moet de exploitant in de
bediening van de installatie geïnstrueerd en hem
het ingebruiknameprotocol overhandigd worden.
Functiecontrole en proefdraaien
Om te garanderen dat alle functies correct werken moet
voor de overhandiging aan de exploitant een functie-
controle worden uitgevoerd om eventuele onregel-
matigheden tijdens het bedrijf van het apparaat te
herkennen.
Deze controle is afhankelijk van het gemonteerde
buitendeel. In de gebruiksaanwijzing van het in gebruik
te nemen buitendeel zijn de procedures beschreven.
De functiecontroles worden gestart via het binnentoestel.
Controleer de volgende punten:
Dichtheid van de koelmiddelleidingen.
à
Gelijkmatige loop van compressor en ventilator.
à
Functiecontrole van het binnentoestel en van alle
à
programma-aflopen.
Controle van de oppervlaktetemperatuur van de
à
zuigleiding en vaststelling van de oververhitting van
de verdamper.
Houd voor de temperatuurmeting de thermometer aan
de zuigleiding en trek van de gemeten temperatuur
de aan de manometer afgelezen kookpunttempera-
tuur af.
Voordat u met proefdraaien begint, moet u te werk gaan
zoals beschreven in wat volgt:
1. Neem de afsluitkappen van de kleppen.
2. Neem de airconditioning in gebruik door de afsluit-
kleppen van het buitendeel kort te openen, tot op de
manometer een druk van ca. 2 bar wordt getoond.
3. Controleer de dichtheid van alle gemaakte verbin-
dingen met lekopsporingsspray of geschikte
apparatuur.
4. Als u geen lekkages heeft vastgesteld, dan opent u
de afsluitkleppen door met een zeskantsleutel tegen
de klok in te draaien tot aan de aanslag.
5. Heeft u wel ondichtheden vastgesteld, dan moet de
lekkende verbinding opnieuw gemaakt worden.
Het creëren van een nieuw vacuüm en een nieuwe
droging zijn dan dwingend vereist!
Proefdraaien koelbedrijf
Voer het proefdraaien voor het koelbedrijf als volgt uit:
1. Schakel de ter plaatse geïnstalleerde
hoofdschakelaar resp. de zekering in.
2. Stel de gewenste temperatuur aan het binnentoestel
met de afstandsbediening in op een lagere waarde
dan de huidige ruimtetemperatuur.
3. Schakel het binnentoestel via de infrarood-
afstandsbediening in de koelmodus.
G
Door de inschakelvertraging start de compressor
pas een paar minuten later.
4. Controleer of er koude lucht aan het binnentoestel
en warme lucht aan het buitendeel wordt
afgegeven.
5. Controleer tijdens het proefdraaien de werking en
correcte instelling van alle regel-, stuur- en
veiligheidsinrichtingen.
6. Controleer de regeling van het binnentoestel aan de
hand van de in de gebruiksaanwijzing beschreven
functies.
Timer, temperatuurinstellingen, ventilatiebedrijf en
ontvochtigingsbedrijf en alle andere modusinstel-
lingen.
7. Meet de oververhitting, buiten-, binnen-, uitblaas- en
verdampingstemperaturen en noteer deze
gegevens in het ingebruiknameprotocol.
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rkv 13 wRkv 18 wRkv 24 w

Inhoudsopgave