De machine voorbereiden
L
In het vak [Printer-URL] voert u het adres van de printer als volgt in:
"http://printeradres/printer".
Als de serververificatie actief is, moet u "https://printeradres/printer" (in-
stallatie van Internet Explorer 5.01 of hogere versie is vereist) invoeren om
1
SSL (een protocol voor gecodeerde communicatie) in te schakelen.
(voorbeeld van een IP-adres: 192.168.15.16)
http://192.168.15.16/printer
https://192.168.15.16/printer
U kunt het printeradres invoeren in de indeling "http://printeradres/ipp".
M
Geef een naam op voor de identificatie van de printer in [IPP-poortnaam]. Ge-
bruik een unieke naam voor de poort, die afwijkt van alle andere poortna-
men.
Als hier geen naam is gespecificeerd, wordt het adres dat is ingevoerd in het
vak [Printer-URL] de naam van de IPP-poort.
N
Klik op [Gedetaill. instellingen] om de noodzakelijke instellingen te maken.
Voor informatie over de instellingen, zie SmartDeviceMonitor for Client
Help.
O
Klik op [OK].
P
Controleer of de poort van de geselecteerde printer wordt weergegeven in
[Poort:].
Q
Stel een gebruikerscode in, indien nodig.
U kunt maximaal 8 numerieke tekens invoeren. Het is niet mogelijke letter-
en symbooltekens in te voeren.
R
Schakel het selectievakje [Standaardprinter] in om de printer als standaard-
printer te configureren.
S
Klik op [Doorgaan].
De installatie begint.
T
Selecteer wanneer de installatie is voltooid, een van de opties om de com-
puter gelijk of later opnieuw op te starten en klik dan op [Voltooien].
Start de computer opnieuw om de installatie te voltooien.
Opmerking
❒ Om de installatie van de geselecteerde software te stoppen, klikt u op [An-
nuleren] voordat de installatie is voltooid.
❒ Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mo-
gelijk niet. Als Auto Run niet start, start u "Setup.exe" in de hoofdmap van
de CD-ROM.
30