Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

V-Sense Feeder Lasstand− Gmaw−P Proces - Miller XMT 450 MPa Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor XMT 450 MPa:
Inhoudsopgave

Advertenties

7-9. V-Sense Feeder lasstand− GMAW−P proces
Op de lasklemmen staat altijd spanning
in de V-Sense lasstand.
1
Functieschakelaar
2
Volt-indicatie
3
Linker Display
4
Rechter Display
5
Booglengte-indicatielampje
6
Instelknop
7
Draadtype-indicatielampje
8
Indicatie boogregeling
9
Setup-toets
10 Gastype-indicatielampje
Instellen
Zie
hoofdstuk
7-7
voor
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de stand
V−SENSE FEEDER zoals aangegeven.
Het linker scherm geeft afwisselend de
open-circuitspanning en de instelling van de
booglengte. De open-circuitspanning wordt
weergegeven terwijl het spanningsindicatielampje
oplicht; de instelling van de booglengte wordt
getoond als het booglengte-indicatielampje
oplicht.
Bediening
Terwijl de indicator voor de booglengte oplicht
onder de linker scherm, wordt de regelknop
gebruikt om de gewenste booglengte in te
stellen.
.
Het wisselen van de weergave op het linker
scherm stopt even wanneer de booglengte
wordt ingesteld.
Als u op de setup-toets drukt, kunt u de
boogregeling, het draadtype, de gassoort en de
booglengte bijregelen.
OM−255 083 pagina 38
3
2
5.0
2
5
.
Kies voor de beste resultaten het juiste
Draad- en Gastype dat past bij de draad en
het gas dat wordt gebruikt.
Zie de tabel Pulserend MIG − Draad- en Gastype
kiezen voor de beschikbare draden en gassen
(zie Hoofdstuk 7-5).
Een draad en gas kiezen
Druk enkele malen op de Setup-toets tot
het indicatielampje voor draadtype oplicht.
Het actieve draadtype wordt getoond in de linker
en het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste draad
te kiezen.
Druk nogmaals op de Setup-toets tot het
indicatielampje voor gastype oplicht. Het actieve
gangbare
gastype wordt getoond in de linker en het rechter
scherm.
Verdraai de regelknop om het gewenste gas te
kiezen.
Druk nogmaals op de setup-toets om de keuze
te bevestigen. Het apparaat geeft aan dat
de wijziging van de draad- en gasinformatie
is gewijzigd door even PROG LOAD op het
scherm te tonen.
Boogregeling (SharpArc)
Druk enkele malen op de Setup-toets tot
het indicatielampje voor de boogregeling oplicht.
Er verschijnt SHRP op het linker scherm, en
de bijbehorende SharpArc-instelling verschijnt
op het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste
SharpArc-instelling te kiezen van 0 tot 50,
de standaard instelling is 25. Door aanpassing
van
de
SharpArc-instelling
kegelvorm van de lasboog. Een lagere instelling
verbreedt de kegelvorm, verhoogt de vloeibaarheid
van het lasbad en maakt de lasnaad qua uiterlijk
vlakker.
4
R200
1
verandert
de
6
Ref. 255 075−A
Een hogere instelling versmalt de kegelvorm,
vermindert de vloeibaarheid van het lasbad en
maakt
de
lasnaad
qua
uiterlijk
kroonvormig.
.
Elke combinatie gas/draad heeft eigen
instellingen voor booglengte en SharpArc.
Deze instellingen worden opgeslagen als
het apparaat wordt uitgeschakeld.
Booglengte
De booglengte is afhankelijk van de energie
die nodig is om de laselektrode af te branden.
Naarmate de draadsnelheid toeneemt, is ook
een hogere instelling voor de booglengte nodig
om de extra draad af te branden. De instelling
voor de booglengte wordt weergegeven in het
linker scherm waarbij de indicator voor de
booglengte oplicht. De booglengte kan worden
afgesteld van 0 tot 100.
Voordat er een boog is gestart, wordt de letter "R"
weergegeven
op
het
apparaat
referentiedraadsnelheid (IPM/MPM) op het
rechterscherm. De referentiedraadsnelheid kan
dienen als uitgangspunt voor de instelling van de
draadsnelheid op het draadaanvoerapparaat.
De draadsnelheid en de booglengte kunnen verder
worden ingesteld om de gewenste booglengte te
verkrijgen.
Het
Menu
voor
configuratieopties
(zie hoofdstuk 5-3) kan worden gebruikt om de
instelling voor de booglengte te wijzigen (0 tot
100) op basis van de gemiddelde boogspanning.
De gemiddelde boogspanning kan worden
gebruikt als alternatieve methode om de lasboog
bij Pulserend MIG in te stellen met dezelfde
parameters (spanning en draadsnelheid) als een
conventionele MIG-boog. Lagere spannings-
instellingen
komen
overeen
met
booglengtes en hogere spanningsinstellingen
komen overeen met langere booglengtes. Als de
spanningsfunctie wordt gekozen dat wordt de
vooringestelde gemiddelde spanning weergegeven
op het linkerscherm, waarbij het spannings-
indicatielampje oplicht.
7
8
9
10
meer
en
een
kleinere

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave