4-3. De lastoorts en de spanningssensorklem aansluiten
1
Vergrendelingslipje
van toorts zit goed
Zicht op binnenzijde
OM-252 203 Pagina 12
5
2
Vergrendelingslipje
van toorts zit niet goed
3
4
6
8
!
Zet de draadaanvoerunit
en de lasstroombron uit.
Zet de motor van de
lasgenerator uit.
!
Er is lasspanning aanwezig
bij de spanningssensorklem
als de draadaanvoerunit en
de lasstroombron aan
staan. Deze toestand
bestaat zelfs als de lampen
en de meters van de draad-
5
aanvoerunit uit staan.
Zet de draadaanvoerunit
of de lasstroombron uit
voordat u aan de slag gaat
met de spanningssensor-
klem of hem verplaatst.
1
Knop om toorts vast te zetten
2
Toortsaansluitblok
3
Aansluitpen van de toorts
4
Uitsparing in aansluitpen
5
Vergrendelingslipje voor
toorts
Draai de bevestigingsknop voor
het
pistool
aansluitpen van het pistool aan in
het
pistoolblok.
aansluitpen zo dicht mogelijk bij de
aandrijfrollen, zonder dat deze
worden geraakt. Lijn de groef van
de aansluitpen
vergrendelingslipje
pistool. Draai de bevestigingsknop
voor het pistool vast.
Als de aansluitpen van het pistool
geen groef heeft, draai de knop
los om het vergrendelingslipje
van het pistool 180 graden te
draaien. Dit voorkomt dat het
vergrendelingslipje van het pistool
tegen de aansluitpen van het
pistool komt bij het insteken in het
pistoolblok. Steek de aansluitpen
van het pistool in het pistoolblok.
Plaats de aansluitpen zich dicht
mogelijk bij
zonder ze te raken. Draai de
bevestigingsknop voor het pistool
vast.
6
Stekker pistoolschakelaar
7
Stekkerdoos voor de
pistoolschakelaar
Sluit de stekker voor de pistool-
schakelaar aan op de stekkerdoos
voor de pistoolschakelaar.
Zie hoofdstuk 5-3 voor aansluitin-
gen voor schakelen tussen twee
programma s voor de draadsnel-
heid naar de stekkerdoos van de
pistoolschakelaar.
8
Spanningssensorklem
Sluit de spanningssensorklem aan
op het werkstuk.
7
los,
breng
de
Plaats
de
uit
met
het
van
het
de
aandrijfrollen
256 617-A / 256 619-A