1.
Plaats de originelen met de bedrukte zijde
naar boven in de documentinvoer.
2.
Schuif de geleiders goed tegen het papier
aan.
Laden configureren
Het apparaat haalt standaard papier uit lade 2. Als lade 2 leeg is, haalt het apparaat papier uit lade 1
of lade 3 indien deze is geplaatst. Wanneer u een lade van dit apparaat configureert, worden de
snelheidsinstellingen gewijzigd voor de beste afdrukresultaten met de gebruikte papiersoort. Als u
speciaal papier voor alle of bijna alle afdruktaken op dit apparaat gebruikt, wijzig dan deze instelling
voor de standaardlade.
In de volgende tabel vindt u verschillende manieren waarop u de lade-instellingen aan uw
afdrukwensen kunt aanpassen.
Papierverbruik
Vul lade 1 en nog een andere lade met
dezelfde soort papier en laat het
apparaat papier uit de ene lade
gebruiken wanneer de andere lade leeg
is.
NLWW
Het apparaat configureren
Plaats papier in lade 1. Configuratie is
niet nodig indien de
standaardinstellingen voor het formaat
en de papiersoort niet zijn gewijzigd.
Afdrukken
Druk de taak af vanuit het
softwareprogramma.
Laden configureren
59