1.
Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact.
2.
Open het deksel van de scanner.
3.
Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zachte doek of een
spons die is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger.
VOORZICHTIG:
tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de
glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder
de glasplaat terechtkomen en het product beschadigen.
4.
Droog de glasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zeem of spons om vlekken te
voorkomen.
5.
Sluit het product weer aan het schakel het met de aan-uitschakelaar weer in.
Het apparaat drukt niet of langzaam af
Het apparaat drukt niet af
Als het apparaat helemaal niet afdrukt, kunt u het volgende proberen.
1.
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bedieningspaneel aangeeft gereed te
zijn.
◦
Als het bedieningspaneel niet aangeeft dat het apparaat gereed is, schakelt u het apparaat
uit en vervolgens weer in.
◦
Als het bedieningspaneel aangeeft dat het apparaat gereed is, probeert u de taak
nogmaals te verzenden.
2.
Als het bedieningspaneel aangeeft dat er een fout is opgetreden, lost u het probleem op en drukt
u een testpagina af via het bedieningspaneel. Als de testpagina wordt afgedrukt, is er mogelijk
een communicatieprobleem tussen het product en de computer waarvandaan u probeert af te
drukken.
212
Hoofdstuk 14 Problemen oplossen
Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, wasbenzine, ammoniak, ethanol of
NLWW