HP Utility openen
Open de HP Utility op een van de volgende manieren:
●
Klik in het dock op HP Utility.
●
Klik bij Programma's op de Hewlett Packard-map en vervolgens op HP Utility.
●
Klik op het tabblad Hulpprogramma van het scherm Opties en toebehoren in Afdrukken en
faxen.
Functies van HP Utility
Gebruik de software HP Utility om de volgende taken uit te voeren:
●
Informatie verkrijgen over de status van benodigdheden.
●
Informatie verkrijgen over het apparaat, zoals de firmwareversie en het serienummer.
●
Een configuratiepagina afdrukken.
●
Voor apparaten die op een IP-netwerk zijn aangesloten: netwerkinformatie verkrijgen en de
geïntegreerde webserver van HP openen.
●
De papiersoort en het papierformaat voor de lade configureren.
●
De standaardfaxinstellingen configureren.
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING:
programma dat u gebruikt.
●
Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare opdracht
op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te openen.
Instellingen die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd vervangen.
●
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken,
Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin
u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere
prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
●
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
●
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
44
Hoofdstuk 5 Het product gebruiken op de Mac
Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
NLWW