Afdrukproblemen
TEKST EN LIJNEN ZIJN VAAG EN MOEILIJK TE LEZEN
?
Controleer
Zijn de kleurengegevens in zwart-wit
afgedrukt?
(Windows)
Is de totale afdrukdichtheid te licht?
Bevatten de originele gegevens
dunne lijnen?
EEN DEEL VAN DE AFBEELDING IS AFGESNEDEN
?
Controleer
Komt het papierformaat dat is opgegeven
door de afdrukopdracht, overeen met het
papier in de lade?
Is de afdrukstand (staand of liggend)
correct?
Zijn de marges correct ingesteld in de
opmaakinstellingen van de applicatie?
Oplossing
!
■ Controleer de instellingen van de printerdriver.
Wanneer gekleurde tekst en lijnen in zwart-wit worden afgedrukt, kunnen ze vaag
en moeilijk leesbaar worden. Als u gekleurde tekst of lijnen (gebieden) die vaag
kunnen worden, wilt omzetten in zwart, selecteert u [Tekst naar zwart] of [Vector
naar zwart] op het tabblad [Afbeeldingskwaliteit] van de printerdriver.
(Rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.)
■ Gebruik onderstaande instellingen om de totale afdrukdichtheid te wijzigen.
Selecteer 'Instellingen (webversie)' - [Systeeminstellingen] → [Aanpassing
beeldkwaliteit] → [Afdruk Afbeeldingskwaliteit] → [Snelle Aanpassing
Afbeeldingskwaliteit]. Stel standaardinstelling [2] in op [3 (Scherp)] om de
dichtheid te verhogen of op [1 (Zacht)] om de dichtheid te verminderen.
■ Wijzig de dikte van de betreffende lijnen.
Selecteer 'Instellingen (webversie)' - [Systeeminstellingen] → [Aanpassing
beeldkwaliteit] → [Afdruk Afbeeldingskwaliteit] → [Lijndikte]. Verhoog de waarde
voor de standaardinstelling [5] om de lijnen dikker te maken of verlaag de waarde
om de lijnen dunner te maken. (Tekst en rastergegevens zoals
bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.)
Oplossing
!
■ Zorg dat het ingestelde papierformaat overeenkomt met het formaat van het papier in de lade.
Windows: de instelling wordt geselecteerd op het tabblad [Papierinvoerbron] van de
printerdriver.
Als [Papierlade] is geselecteerd, controleert u het papier in de lade en het ingestelde
papierformaat.
Mac OS: de instelling wordt geselecteerd in het menu [Pagina-instelling].
■ Pas de afdrukstand aan de afbeelding aan.
Windows: de instelling wordt geselecteerd op het tabblad [Algemeen] van de printerdriver.
Mac OS: de instelling wordt geselecteerd in het menu [Pagina-instelling].
■ Selecteer een passend papierformaat en de juiste marges in de opmaakinstellingen van
de toepassing
Als de rand van de afbeelding uitsteekt buiten het afdrukbare gebied van het apparaat,
wordt de rand afgesneden.
35