Pagina 1
NexPro Plus NL INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR EN DE TECHNISCHE SERVICEDIENST...
Pagina 2
Nogmaals dank en succes met het werk. Riello S.p.A. CONFORMITEIT De apparaten van NexPro Plus zijn conform de Europese Richtlijnen: − Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU − Richtlijn 2014/30/EU houdende de Elektromagnetische Compatibiliteit − Machinerichtlijn 2006/42/EG − Richtlijn betreffende gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur 2011/65/EU −...
RIELLO S.p.A. 1.2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften Via Ing. Pilade Riello, 7 - 37045 Legnago (VR) Let erop dat het gebruik van dit product de naleving van bepaalde fundamentele veiligheidsregels inhoudt, zoals: Het is verboden het toestel te laten gebruiken door kinderen en personen met een beperking zonder begeleiding.
− Hulpspiraalbuis voor gebruik in combinatie met ketel De warmtepompboilers van NexPro Plus maken gebruik van de (NexPro 300 CS Plus) of zonnepanelen (NexPro 300 S Plus, thermische energie uit de lucht voor de productie van warm drink- NexPro 300 CS Plus) water.
Configuraties Om aan de verschillende installatiebehoeften te voldoen, biedt NexPro Plus de volgende versies aan: − STANDARD: De warmtepomp en de elektrische weerstand dienen als verwarmingsbron (NexPro 300 Plus) − MET HULPSLANGETJE: Gebruik in combinatie met zonnepanelen (NexPro 300 S Plus) −...
één uur nadat deze is geplaatst, in gebruik te wor- den genomen. De warmtepompboilers van NexPro Plus zijn gemonteerd op pallets en omwikkeld met geschikt verpakkingsmateriaal. Transporteer het verpakte deel zo dicht mogelijk in de buurt van de installatieplaats.
Hij wijst ook elke aansprakelijkheid af voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van de NexPro Plus en/of door wijzigingen uitgevoerd zonder toestemming. − De installatie moet uitgevoerd worden door gespecialiseerd personeel.
INSTALLATIE NexPro 300 S Plus min. 0,5 m min. 1,2 m min. 0,5 m Als de eenheid buizen heeft, mag de lengte niet meer dan 10 meter bedragen (afzuig- en uitlaatkanaal gezamenlijk), met een nominale diameter van de leidingen gelijk aan 160 mm. Warm water Ø...
INSTALLATIE Voer de aansluitingen op de leidingen van de installaties zo uit dat: − Controleer de hardheid van het water, die niet minder mag − Het gewicht ervan niet op de unit rust. bedragen dan 12°F. Als het water bijzonder hard is, raden −...
INSTALLATIE 2.5 Verbindingsstuk voor condensafvoer Onder bijzondere omgevingsomstandigheden dienen de luchtkanalen met zorg te worden geïsoleerd om condens op de De condens die gevormd wordt tijdens de werking van de leidingen te voorkomen. warmtepomp stroomt door de afvoerleiding die door de isolatie- ommanteling loopt en uitkomt aan de achterzijde van het toestel Gebruik geen externe roosters want die veroorzaken groot met schroefdraad door 1/2”.
INSTALLATIE Digitale ingangen Het is verboden om de leidingen van de hydraulische installatie, van de verwarming of van het gas te gebruiken voor Aandui- Stan- Opmer- Beschrijving Status de aardverbinding van het toestel. ding daard kingen 1 geopend Aangeslo- De fabrikant van het toestel kan niet aansprakelijk gesteld hoge druk (Alarm) worden voor eventuele schade veroorzaakt door het ontbreken...
OPSTARTEN EN GEBRUIK 3 OPSTARTEN EN GEBRUIK L19 L18 L17 L16 L15 Eerste keer opstarten De eerste keer opstarten mag uitsluitend worden uitgevoerd door de technische bijstand van of door een gekwalifi- ceerde persoon. Voer de handelingen voor het opstarten in de volgende volgorde uit: −...
OPSTARTEN EN GEBRUIK 3.3.2 Toets 3.5 De werkingsmodus selecteren Door op de toets [FUNCTIE] te drukken, kunt u de verschillende Toets Beschrijving werkingsmodi instellen. Telkens als er op de toets wordt gedrukt, wordt één van de verschillende werkingsmodi geselecteerd, aan- TOETS [ON/OFF] geduid door het gaan branden van het bijbehorende ledlampje.
OPSTARTEN EN GEBRUIK 3.6 Parameterlijst 3.6.1 Parameters ingangen/uitgangen elektronisch schema Door vanuit de weergave van de huidige watertemperatuur op de toets [SET] te drukken, is het mogelijk om de informatie met betrekking tot de status van de machine, zoals de temperatuursondes, de status van de ingangen/uitgangen en de wer- kingstijd (zie het navigatieschema) weer te geven.
Pagina 16
OPSTARTEN EN GEBRUIK de parameter met de toetsen [UP] en [DOWN], bevestigd, met de tweede methode worden eventuele wijzigingen aan de variabelen niet opgeslagen. SECTIE CONFIGURATIE (CFN) Parameter Standaard Limieten Eenheid Beschrijving Niveau 15 - 60 °C Max sanitair setpoint waarde bereikbaar met pdc Setpoint buitenlucht voor activering alternatieve bron naar de wa- 8 (-5) -20 - 30...
Pagina 17
OPSTARTEN EN GEBRUIK Parameter Standaard Limieten Eenheid Beschrijving Niveau Aantal inwerkingtredingen/uur hoge druk ---> overschakelen van 0 - 255 Num(3) automatisch terug in werking zetten naar manueel terug in werking zetten TAK VENTILATOR (FAN) Parameter Standaard Limieten Eenheid Beschrijving Niveau 0 - 1 Num(1) Legt de werkingslogica vast (0= ON/OFF) (1= modulerend)
OPSTARTEN EN GEBRUIK 3.7 Navigatieschema Sondemeting TEMPERATUUR Druk om toegang te krijgen tot de installatieparameters Sondemeting Knippert Sondemeting 0 = gesloten Weergave staat Invoeren wachtwoord drukschakelaar HP 1 = geopend (Alarm) 0 = gesloten Weergave staat drukschakelaar BP 1 = geopend (Alarm) Weergave Wijziging Weergave staat...
OPSTARTEN EN GEBRUIK 3.8 Automatische werkingsmodus OPMERKING: op het navigatieschema van de weerstand wordt de parameter r2 (1 = aan, 0= uit) aangeduid; op het navigatie- schema van de boiler wordt de parameter r7 (1 = uit, 0 = aan) De regelaar activeert automatisch de warmtepomp of de alterna- aangeduid.
OPSTARTEN EN GEBRUIK 3.15 Functie Klok − H08 behandelingsinterval (maandelijks, wekelijks, enz.) − H09 aantal cycli voor elke behandeling − H10 duur van elke cyclus (tijdsduur van de thermische Maakt het instellen van de dag, de uren en de minuten mogelijk. schoktemperatuur) Voor het activeren van de functie KLOK: −...
OPSTARTEN EN GEBRUIK 3.16 Tijdprogrammering De dynamische setpoint is uitsluitend actief in de warmtepomp modus. Voor de dynamische setpoint moeten de volgende parameters ge- 3.16.1 Tijdspanne 5 dagen definieerd worden: − H34 helling van de compensatierechte (waarde tussen 0.5 en 2). Hiermee is het mogelijk om een uniek dagelijks tijdprogramma in −...
OPSTARTEN EN GEBRUIK geactiveerd wordt (hoe kouder de lucht, hoe hoger de snel- Met de functie (H70=1) ingeschakeld, worden er door op de toets heid van de ventilator). [FUNCTIE] te drukken twee omstandigheden verwezenlijkt: − Als het contact TIMER-GND OPEN staat, wacht de unit op de Het is bovendien mogelijk om met parameter F07 een waarde voor ontvangst van de input voor de start.
OPSTARTEN EN GEBRUIK 3.23 Alarmen identificatiegegevens van de eenheid zoals vermeld op het kenplaatje. ALARM E01 - HOGE DRUK 3.24 Reset tellers De inwerkingtreding legt het toestel stil en het label E01 verschijnt op het display. Het toestel wordt automatisch terug in werking gezet totdat het Alle Gebruikers- en Fabrikantparameters en de werkingstijden aantal inwerkingtredingen/uur gelijk is aan de waarde ingesteld in worden opgeslagen in het geheugen.
Aan het einde van de levensduur dient de warmtepompboiler − Controle van de vulling van het expansievat van de instal- NexPro Plus te worden verwijderd in overeenkomst met de huidige latie. regelgevingen. − Controle van de algemene condities van de unit en van de Met name de Europese Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte installatie en controle op lekken.
Pagina 28
RIELLO S.p.A. 37045 Legnago (VR) Tel. 0442630111 - Fax 044222378 - www.riello.it Aangezien het Bedrijf zich voortdurend inzet voor het optimaliseren van de volledige productie, zijn de esthetische en dimensio- nele kenmerken, de technische gegevens, uitrustingen en accessoires aan verandering onderhevig.