Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE
0
Het is verboden om de leidingen van de hydraulische
installatie, van de verwarming of van het gas te gebruiken voor
de aardverbinding van het toestel.
9
De fabrikant van het toestel kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor eventuele schade veroorzaakt door het ontbreken
van een aarding op de installatie of door storingen op de
stroomtoevoer.
De elektrische aansluitingen naar de schakelborden moeten wor-
den uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
2.7.1
Printplaat
ID1
ID3
ID2
ID4
230V~50Hz
AE
r2
SCH Printplaat
F
Fase
N
Nul
GND Aarde
UT
Gebruikersinterface
AE
Instelling van elektronische anode; de elektronische
anode (niet meegeleverd) verbinden met de fase (FA) en
neutrale (NA) eindklemmen voor voeding met 230/1/50
S02
S03
r8
S01
S04
UT
SCH
r1
r7
r3
r4
Digitale ingangen
Aandui-
Beschrijving
ding
ID1
hoge druk
ID2
lage druk
On/Off we-
ID3
erstand door
extern contact
On/Off toestel
ID4
door extern
contact
Analoge ingangen
Aandui-
Beschrijving
ding
S01
sonde watertemperatuur
S02
sonde buitenluchttemperatuur
S03
temperatuursonde inlaat verdamper
S04
temperatuursonde uitlaat verdamper
Uitgangen relais
Aandui-
Beschrijving
ding
toestemming
r1
inschakeling van
compressor
toestemming
r2
inschakelen van
weerstand
toestemming
r3
inschakeling van
ventilator
mogelijkheid
r4
elektromagneti-
sche klep
Overige digitale uitgangen
Aandui-
Beschrijving
ding
potentiaalvrij
r7
contact voor toe-
stemming ketel
stappen openen
ventiel
r8
expansie
elektronica
2.8 Vullen van het reservoir
Voor het vullen van het reservoir van het apparaat:
− Open de kraan voor warm drinkwater
− Open de afsluiter of de kraan voor koud drinkwater die op
de veiligheidsgroep zit. Controleer of de afvoerklep van de
groep zich in gesloten stand bevindt
Als het water door de warmwaterkraan stroomt is het apparaat vol.
Sluit de warmwaterkraan.
2.9 Controles uit te voeren alvorens het toestel in
te schakelen
Controleer het volgende voordat u het apparaat start:
− of de aardingsleiding correct aangesloten is
− de aanwezigheid van elektrische beveiliging
− of de veiligheidsvoorzieningen correct functioneren
− of het vullen van de installatie op correcte wijze is uitgevoerd.
12
Stan-
Status
daard
1 geopend
Aangeslo-
(Alarm)
0
0 gesloten
voorberei-
0 gesloten
0
1 ingevoegd
0
0 standby
1 standby
0
0 ingevoegd
Opmerkin-
Aangesloten
Aangesloten
Aangesloten
Aangesloten
Stan-
Opmerkin-
Status
daard
1 ingevoegd
0 niet inge-
1
Aangesloten
voegd
1 ingevoegd
0 niet inge-
1
Aangesloten
voegd
1 ingevoegd
0 niet inge-
1
Aangesloten
voegd
1 ingevoegd
0 niet inge-
1
Aangesloten
voegd
Stan-
Opmerkin-
Status
daard
1 ingevoegd
0 niet inge-
0
voegd
-
-
Aangesloten
Opmer-
kingen
ten
Alleen
ding,
niet be-
schikbaar
-
-
gen
gen
gen
-
Advertenties
Inhoudsopgave
