3.8 Automatische werkingsmodus
De regelaar activeert automatisch de warmtepomp of de alterna-
tieve bron naar de warmtepomp op basis van een vergelijking tus-
sen de temperatuur van de luchtinlaat (S02) en de waarde van de
buitenlucht ingesteld voor de activering van de alternatieve bron
naar de warmtepomp (parameter H05).
De activering van de elektrische weerstand is mogelijk voor elk mo-
del; de activering van de boiler is alleen van toepassing voor het
model NexPro 300 CS Plus waarop een hulpwarmtewisselaar van
geschikte afmetingen aanwezig is.
Voor het activeren van de modus AUTO dient toets
worden ingedrukt totdat ledlampje L19 knippert, en dient vervol-
gens toets
[SET] te worden ingedrukt om te bevestigen. Ledlampje
19 zal blijven branden.
Setpoint Ut1 die op het beeldscherm verschijnt, kan worden gewij-
zigd door op de toetsen
[UP] en
In de modus Warmtepomp worden de volgende signalen weerge-
geven:
− als S02 ≥ H05 vindt de productie van warm drinkwater plaats
via de warmtepomp. In dit geval, als de watertemperatuur ≤
setpoint - differentieel, d.w.z. in termen van de parameters:
S01 ≤ (Ut1-H26) geeft toestemming voor het inschakelen van
de warmtepomp Bij het bereiken van setpoint Ut1 en bij het
handhaven van deze setpoint voor een duur gelijk aan H22,
zal de warmtepomp worden uitgeschakeld. Ledlampje L19
zal gaan branden
− Als de door de sonde S01 afgelezen temperatuur lager is dan
de setpoint Ut1, maar de door middel van de parameters
H20 (minimale tijd tussen het inschakelen en uitschakelen
van de compressor) en H21 (minimale tijd tussen twee op-
eenvolgende inschakelingen van de compressor) ingestel-
de vertragingen actief zijn, zal ledlampje L2 gaan branden
om aan te duiden dat de compressor de vertragingstijden
in acht neemt
− Als de warmtepomp is geactiveerd en de door de sonde S01
afgelezen temperatuur lager is dan de setpoint Ut1, zal led-
lampje L2 blijven branden
− Als setpoint Ut1 is bereikt of overschreden, zal ledlampje L2
uitgaan.
Als S02 < H05 vindt de productie van sanitair warm water plaats
via de weerstand of de boiler, terwijl de warmtepomp geforceerd
wordt uitgeschakeld. Led L3 of led L4 gaat branden om aan te dui-
den dat de elektrische weerstand of de overeenkomstige boiler in
werking zijn getreden.
De warmtepomp wordt opnieuw geactiveerd (met de dienovereen-
komstige uitschakeling van de weerstand of de boiler) als er 20 mi-
nuten zijn verstreken als S02 ≥ H05.
OPMERKING: op het overeenkomstige navigatieschema van de
parameter Ho2 is het mogelijk om de werkingstijden van de
elektrische weerstand te bekijken; op het overeenkomstige
navigatieschema van de parameter Ho4 is het mogelijk om de
werkingstijd van de boiler te bekijken.
3.9 Selectie van de alternatieve energiebron naar
de warmtepomp
De activering van de alternatieve bron naar de warmtepomp is ge-
koppeld aan de parameter H50 (default waarde=0). In de automati-
sche modus vindt de regeling plaats in navolging van de parameters
van de warm water setpoint Ut1 en van het activeringsdifferentieel
van de warmtepomp H26. In de handmatige modus vindt de re-
geling plaats in navolging van de parameters van de warm water
setpoint Ut2 en van het activeringsdifferentieel van de alternatieve
bron van de warmtepompboiler H28. Als de parameter H50=0, zal
de elektrische weerstand indien nodig worden geactiveerd. Led L3
gaat branden. Bij het bereiken van de ingestelde setpoint zal led L3
worden uitgeschakeld.
Als de parameter H50=1, zal de boiler indien nodig worden geac-
tiveerd. Led L4 gaat branden. Bij het bereiken van de ingestelde
setpoint zal led L4 worden uitgeschakeld.
[FUNCTIE] te
[DOWN] te drukken.
OPMERKING: op het navigatieschema van de weerstand wordt
de parameter r2 (1 = aan, 0= uit) aangeduid; op het navigatie-
schema van de boiler wordt de parameter r7 (1 = uit, 0 = aan)
aangeduid.
3.10 Handmatige werkingsmodus
De regelaar activeert de elektrische weerstand of de boiler, afhan-
kelijk van de waarde van de hierboven genoemde parameter H50.
Voor het activeren van de modus HANDMATIG dient er op de toets
[FUNCTIE] te worden gedrukt totdat led L18 knippert, en dient er
vervolgens op de toets
[SET] te worden gedrukt om te bevestigen.
Led L18 zal blijven branden.
De activering van de elektrische weerstand is mogelijk voor elk mo-
del; de activering van de boiler is alleen van toepassing voor het
model NexPro 300 CS Plus waarop een hulpwarmtewisselaar van
geschikte afmetingen aanwezig is.
De regeling vindt plaats in navolging van de parameters van set-
point (Ut2) en het activeringsdifferentieel van de weerstand/boiler
(H28)
Als S01 ≤ (Ut2-H28) d.w.z.. watertemperatuur ≤ (setpoint - diffe-
rentieel), vindt de inschakeling van de weerstand of van de boiler
plaats.
Als S01 > (Ut2-H28) d.w.z. Temperatuur > (setpoint - differentieel),
vindt de uitschakeling van de weerstand of van de boiler plaats.
De setpoint Ut2 kan worden gewijzigd door op de toetsen
[DOWN] te drukken.
OPMERKING: op het overeenkomstige navigatieschema van de
parameter Ho2 is het mogelijk om de werkingstijden van de
elektrische weerstand te bekijken; op het overeenkomstige
navigatieschema van de parameter Ho4 is het mogelijk om de
werkingstijd van de boiler te bekijken.
3.11 Functie Snelle Verwarming
Om warm water te verkrijgen in een zo kort mogelijk tijd, maar met
een hoger energieverbruik, worden de warmtepomp en de met de
parameter H50 geselecteerde aanvullende bron gelijktijdig geacti-
veerd totdat de ingestelde setpoint wordt bereikt.
Voor het activeren van de functie SNELLE VERWARMING dient er op de
toets
[FUNCTIE] te worden gedrukt totdat led L17 begint te knip-
peren, en vervolgens dient er op
bevestigen. Led L17 zal blijven branden.
De activering is uitsluitend mogelijk in de modus AUTO, maar is niet
mogelijk als de functie ANTILEGRIONELLA of HOGE TEMPERATUUR reeds
is geactiveerd.
De overeenkomstige setpoint Ut3 kan worden gewijzigd met de
toetsen
[UP] en
[DOWN].
Het invoeren van de functie SNELLE VERWARMING is bedoeld voor een
enkele cyclus, bij het bereiken van setpoint Ut3 wordt bereikt, keert
de eenheid terug naar de modus AUTO.
3.12 Functie Antilegionella
Deze modus voorziet in een antibacteriële behandeling die bestaat
uit het verhogen en behouden van de temperatuur in het reservoir
op de thermische schoktemperatuur (65-70°C), voor een vastgestel-
de tijd.
Voor de activering van de functie ANTILEGIONELLA dient er op de toets
[FUNCTIE] te worden gedrukt totdat led L16 begint te knipperen,
en vervolgens dient er op de toets
bevestigen. Led L16 zal blijven branden.
9
HET IS mogelijk om de antibacteriële behandeling in/uit te
schaken met behulp van de parameter H32.
De antilegionellabehandeling kan worden geregeld met de volgen-
de parameters:
− H07 setpoint thermische schok (temperatuur waarop men
het water wil verkrijgen)
19
OPSTARTEN EN GEBRUIK
[UP] en
[SET] te worden gedrukt om te
[SET] te worden gedrukt om te