Riello TAU Unit 35 Handleiding pagina 39
Verberg thumbnails
Zie ook voor TAU Unit 35:
- Aanwijzingen voor installatie en aansluiten (140 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (28 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Par.
Weergave
Menu
Nr.
Display
Hyst. Vermo-
M2
153
gen Mod. 2
Periode Post-
M2
154
Pomp
Antivriesbe-
M2
155
scherming
M3
73
Adres Ketel
Max. Daling
M3
169
Setp.
Max. Stijging
M3
170
Setp.
Vertr. Begin
M3
171
Modulatie
M3
176
PID P
M3
177
PID I
Snelh. Resp.
M3
178
Verhoging
Snelh. Resp.
M3
179
Verlaging
M4
98
Type gas
M4
97
Model
(*)
Te configureren op basis van het model zoals is aangeduid in de paragraaf "Debietmeter parameters configuratie
(accessoire)".
(**)
Fabrieksinstellingen (zie de paragraaf "Parameterconfiguratie voor het veranderen van het gebruikte type gas").
(***)
Het is verboden om de fabrieksinstelling van deze parameter te wijzigen.
Beschrijving
Bepaalt de waarde van het bijkomende vermogen
(uitgedrukt in een percentage) in vergelijking met het
gemiddelde vermogen van alle modules die in de casca-
dewerkmodus zijn ingeschakeld (Par. 148 = 2).
Bepaalt de tijd uitgedrukt in seconden van de postcircu-
latie na het beëindigen van het verzoek om warmte in
cascade.
Bepaalt de temperatuur (gedetecteerd door de primaire
sonde) waaronder de circulatiepomp van de ketel en de
circulatiepomp van het systeem worden ingeschakeld
(bij de configuratie in cascade). Als de temperatuur van
de primaire sonde nog vijf graden extra zakt onder de
in Par. 155 ingestelde waarde, dan wordt er een verzoek
gegenereerd om de cascade in te schakelen. Wanneer de
temperatuur van de primaire sonde een waarde bereikt
die 5 graden hoger is dan de in Par. 155 bepaalde waar-
de, dan wordt het verzoek geannuleerd en de cascade
schakelt terug naar de stand-bymodus.
Bepaalt de modus waarmee de ketel wordt gestuurd.
Bepaalt de maximumdaling van het cascadesetpoint op
het primaire circuit. Deze wordt gebaseerd op de door de
secundaire sonde gedetecteerde waarde.
Bepaalt de maximumstijging van het cascadesetpoint op
het primaire circuit. Deze wordt gebaseerd op de door de
secundaire sonde gedetecteerde waarde.
Bepaalt de tijd in minuten die moet verstrijken vanaf
het versturen van het verzoek opdat de in Par. 169 en 170
bepaalde dalingen of stijgingen van het setpoint worden
doorgevoerd.
Bepaalt de proportionele term voor de variatie van het
setpoint van de module in cascade op basis van de tem-
peratuur van het secundaire circuit.
Bepaalt de integrerende term voor de variatie van het
setpoint van de module in cascade op basis van de tem-
peratuur van het secundaire circuit.
Bepaalt de snelheid (uitgedrukt in °C/100 ms) waarmee
het setpoint van de individuele modules wordt verhoogd
indien het secundaire setpoint niet is bereikt (als de
waarde op nul is ingesteld, wordt de variatie geregeld
door de PI van de Par. 176 en 177zonder beperkingen).
Bepaalt de snelheid (uitgedrukt in °C/100 ms) waarmee
het setpoint van de individuele modules wordt verlaagd
indien het secundaire setpoint is overschreden (als de
waarde op nul is ingesteld, wordt de variatie geregeld
door de PI van de Par. 176 en 177zonder beperkingen).
Hiermee kunnen de waarden van de Par. 92, 93 en 94
worden verhoogd met een set vooraf bepaalde waarden
van trekken die het ketelmodel identificeren.
Hiermee kunnen de waarden van de Par. van 116 tot 128
worden verhoogd met een set vooraf bepaalde waarden
die de configuratie van de in- en uitgangen van de ketel
bepalen.
Bereik
0...100
0...255
10...30
STAND-ALONE
MANAGING
Dependent 1
Dependent 2
Dependent 3
Dependent 4
Dependent 5
Dependent 6
Dependent 7
0...40
0...40
0...60
0...1275
0...1275
0...25.5
0...25.5
1...37
1...12
39
INSTALLATIE
Toe-
Fabrieksin-
UM
gangs-
stelling
type
40
%
I
60
Sec.
I
15
°C
I
STAND-AL-
I
ONE
2
°C
I
5
°C
I
40
Min.
I
25
O
1000
O
1
O
1
O
(**)
I
11(***)
I
Categorie
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Alge-
meen
Alge-
meen
Advertenties
Inhoudsopgave
