Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doosan 7/26E Bedienings- En Onderhoudshandleiding pagina 34

Inhoudsopgave

Advertenties

30
ONDERHOUD
De rembedieners mogen niet voorgespannen zijn – eventueel de
removerbrenging [7] op de rem equalisatie inrichting [8] loszetten.
Controleren dat de rembedieners en kabels [11] soepel werken.
7 Removerbrenging
8 Equalisatie inrichting
9 Drukveer
10 Equalisatie plaat
11 Kabel
Attentie
De drukveer [9] mag slechts licht voorgespannen worden en mag
tijdens werking nooit het ashuis aanraken.
Nooit de remmen afstellen bij de removerbrenging [7].
2. Afstellen van remschoen
12 Stelschroef
13 Kabelinvoer
Sleutelwijdte van stelschroef [12]
Remgrootte
160x35 / 200x50
250x40
300x60
Stelschroef [12] rechtsom aantrekken tot wiel geblokkeerd wordt.
Stelschroef [12] linksom loszetten (ong. ½ slag) tot wiel ongehinderd
draaien kan.
Zachte sleepgeluiden die geen invloed hebben op ongehinderd draaien
van het wiel zijn toegestaan.
Deze afstelprocedure moet op beide wielen zoals beschreven
uitgevoerd worden.
Wanneer de rem nauwkeurig afgesteld werd, is de bedieningsafstand
ong. 5 à 8mm op de kabel [11].
3: Afstellen van compensatie inrichting
Variabele hoogte modellen
7/26E, 7/31E, 7/41
Sleutelwijdte
SW 17
SW 19
SW 22
Een M10 beveiligingsschroef op het handrem draaipunt aanbrengen.
Handremkabel [5] aan één einde losmaken.
Removerbrenging [7] in de lengte voorafstellen (een weinig speling is
toegestaan) en kabel [5] opnieuw inzetten, en zodanig afstellen dat er
een weinig speling is.
De M10 beveiligingsschroef uit het handrem draaipunt nemen.
Alle modellen
Handremhendel [1] aantrekken en controleren dat de equalisatieplaat
[10] onder een rechte hoek met de trekrichting staat. Eventueel de
stand van de equalisatieplaat [10] op de kabels [11] corrigeren.
De drukveer [9] mag slechte een weinig voorgespannen zijn en mag bij
bediening niet het ashuis aanraken.
4: Afstellen van removerbrenging
Removerbrenging [7] in de lengte afstellen zonder voorspanning en
zonder speling in de overbrenginghefboom [4].
Bijstellen
Handremhendel [1] enige malen stevig aantrekken om de rem in te
stellen.
Uitlijning van equalisatie inrichting [8] controleren; deze moet onder
een rechte hoek met de trekrichting staan.
Speling in de removerbrenging [7] controleren.
Eventueel de removerbrenging [7] opnieuw bijstellen zonder speling en
zonder voorspanning.
Er moet nog steeds een weinig speling in de kabel [5] zitten (alleen
variabele hoogte).
Stand van de handremhendel [1] controleren. Het begin van de
weerstand moet ongeveer 10 à 15mm boven de horizontale stand
merkbaar worden.
Controleren dat de wielen ongehinderd kunnen draaien wanneer de
handrem losgezet is.
Eindtest
De bevestigingen op het transmissiesysteem (kabels, rem
equalisatiesysteem en overbrenging) controleren.
De handremkabel [5] op een weinig speling controleren en eventueel
bijstellen (alleen variabele hoogte).
Drukveer [9] op voorspanning controleren.
Proefrit
Eventueel 2 à 3 remtesten uitvoeren.
Remtest
Speling in removerbrenging [7] controleren en eventueel de lengte van
de removerbrenging [7] bijstellen tot er geen speling meer is.
Handrem aanleggen terwijl u de machine vooruit rolt. Extra
verplaatsing van de handremhendel tot 2/3 van de normale afstand is
toelaatbaar .
Bijstellen van het oplooprem systeem
Bijstellen van de wielremmen compenseert voor remvoering slijtage.
De onder 2: Afstellen van remschoen beschreven procedure opvolgen.
Speling in removerbrenging [7] controleren en eventueel bijstellen.
Belangrijk
De rembedieners en kabels [11] controleren. De rembedieners mogen
niet voorgespannen zijn.
Overmatige bediening van de handremhendel, mogelijk nodig als
gevolg van versleten remvoeringen, mag nooit gecorrigeerd worden
door bijstellen (inkorten) van de removerbrenging [7].
Bijstellen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

7/31e7/41

Inhoudsopgave