Apparaatingangen/-sensoren
Het Nox C1-apparaat wordt bestuurd door de Noxturnal pc-software. Zie voor
instructies over het configureren en bedienen van het apparaat vanuit de
Noxturnal-software de handleiding van Noxturnal. De Noxturnal-software en
de uitgebreide gebruikersinstructies worden in elektronische vorm verstrekt
op: support.noxmedical.com.
Waarschuwing: Beschadigde apparatuur, sensoren of
accessoires niet gebruiken. Dit kan leiden tot slechte
prestaties van het apparaat of tot letsel bij
patiënt/operator.
Waarschuwing: Het C1-apparaat is NIET gecertificeerd voor
continue monitoring omdat storing letsel bij of overlijden
van de patiënt kan veroorzaken.
Waarschuwing: Externe apparatuur en alle hulpapparatuur
bestemd voor aansluiting op signaalingang, signaaluitgang
of andere connectors dient te voldoen aan de relevante
productveiligheidsnormen, bijv. IEC 60950-1 voor IT-
apparatuur en de IEC 60601-serie voor medische
elektrische toestellen, ter preventie van elektrische
schokken. Bovendien dienen alle dergelijke combinaties –
systemen – te voldoen aan de veiligheidseisen genoemd in
de algemene norm IEC 60601-1, uitgave 3/3.1, artikel 16.
Elke apparatuur die niet voldoet aan de lekstroomeisen in
IEC 60601-1 dient buiten de omgeving van de patiënt te
worden gehouden, d.w.z. minimaal 1,5 m vanaf de
patiëntondersteuning. Iedereen die externe apparatuur
aansluit op signaalingang, signaaluitgang of andere
connectors heeft een systeem gevormd en is er daarom
verantwoordelijk voor dat het systeem voldoet aan de
eisen. Neem bij twijfel contact op met een gekwalificeerd
medisch technicus of met uw lokale vertegenwoordiger.
Opgelet: Na het aansluiten van een nieuw hulpsignaal op
de C1-connectors OF na het wijzigen van de modus van de
signaaluitgang van de hulpapparaten, moet u altijd
controleren of de installatie correct is door een echte
registratie uit te voeren, het hulpapparaat een bekend
signaal te laten maken en de verschijning en de waarden te
monitoren in de registratiesoftware, om signalen te
voorkomen die zouden leiden tot incorrecte interpretatie
en mogelijke onjuiste behandeling.
Waarschuwing: Alle hulpapparaten die zijn aangesloten op
het C1-apparaat moeten energie krijgen van een enkele
energiebron om een algehele aarding te verzekeren,
aardingspotentiaalverschilvertekening te voorkomen of de
Handleiding Nox C1
~ 13 ~