4
Toetsenblok (*speciale uitrusting)
Ontgrendelen met een wachtwoord
– Schakel het contact in en er gaat een rode
indicator (R) op het toetsenblok branden.
– Voer het juiste bestuurderswachtwoord in
en druk op de toets
(R) gaat uit en de groene indicator (G) gaat
branden.
– Houd de toets
ten minste 1 seconde in-
C
gedrukt om de vergrendeling uit te schake-
len. De groene indicator (G) is uit.
OPMERKING
Als er een verkeerd wachtwoord wordt inge-
voerd, knipperen de rode indicator en de groe-
ne indicator allebei drie keer om aan te geven
dat het wachtwoord onjuist is.
Ontgrendelen met een kaart
– Schakel het contact in en er gaat een rode
indicator (R) op het toetsenblok branden.
– Plaats de ID-kaart bij de voorkant van het
Keypad voor identificatie en ontgrendeling.
Als het ontgrendelen is gelukt, gaat de rode
indicator (R) uit en gaat de groene indicator
(G) branden.
– Houd de toets
ten minste 1 seconde in-
C
gedrukt om de vergrendeling uit te schake-
len. De groene indicator (G) is uit.
Wachtwoord voor bestuurder toevoegen
– Voer het juiste beheerderswachtwoord in,
voer vervolgens
0
beheerdersmodus te openen.
– Voer de 3-cijferige functiecode
druk op
.
OK
– Voer een nieuw 5-cijferig bestuurderswacht-
woord in.
– Druk op
om het nieuwe wachtwoord te
1
bevestigen of druk op
wachtwoord te annuleren.
Houd de toets
ten minste 1 seconde inge-
C
drukt om de beheerdersmodus te verlaten.
86
. De rode indicator
OK
in en druk op
om de
OK
in en
0 0 4
om het ingevoerde
0
1294 801 1573 NL - 10/2023 - 04
Bediening