Bediening
De stoel en de veiligheidsgordel
afstellen
LET OP
Een verkeerde afstelling van de stoel kan rugklach-
ten veroorzaken.
De verstelinrichtingen voor de bestuurdersstoel mo-
gen niet worden versteld tijdens het werken.
Telkens voordat de machine wordt gestart en telkens
wanneer er van bestuurder wordt gewisseld, moet de
stoel worden afgesteld op het gewicht van de betref-
fende bestuurder en moet worden gecontroleerd of
alle verstelinrichtingen goed zijn vastgeklikt.
Plaats geen voorwerpen binnen het werkgebied van
de bestuurder.
Stoel in lengterichting verstellen
LET OP
Er bestaat beknellingsgevaar voor de hand wanneer
de hendel volledig wordt vastgegrepen.
Grijp de handgreep alleen vast bij de hiervoor be-
doelde geleiding.
– Trek de afstelhendel (1) omhoog.
– Beweeg de stoel langs de stoelgeleiding
naar voren of naar achteren tot de optimale
positie tussen bestuurder, stuur, rijpedaal
en bedieningshendels is gevonden.
– Trek de afstelhendel (1) terug.
Veiligheidsgordel op toestand en werking controleren
1294 801 1573 NL - 10/2023 - 04
4
77