29
3.12.3 Verklaring van de secundaire parameters
Secundaire parameter: pistoolpotentiometer SP1
0 → Pistoolpotentiometer is niet actief, d.w.z. de potentiometer op het
laspistool is buiten dienst
1 → Pistoolpotentiometer is actief, d.w.z. de met de potentiometer ingestelde
waarde wordt gebruikt
Secundaire parameter Up-/Down laspistool SP2
0 → Up-/Down-laspistool is niet actief, d.w.z. Up-Down-functie is niet
beschikbaar
1 → met het Up-/Down-laspistool kan de lasstroom I1 resp. I2 veranderd
worden. Bij pulslassen wordt de verhouding I1/I2 behouden.
2 → met het Up-/Down-laspistool kunnen de programma's P1 en P2
opgeroepen worden. Door de wipschakelaar te bedienen wordt naar P2
(Up) resp. P1 (Down) gewisseld.
Secundaire parameter waterkoeler SP3
0 → lassen met een watergekoeld laspistool is mogelijk, zonder dat de
waterkoeler door het lasapparaat herkend wordt, bv. TIG-COOL CART
1400 of een andere waterkoeler is mogelijk zonder communicatie-
interface
1 → lassen met een watergekoeld laspistool is alleen mogelijk wanneer het
lasapparaat de gebruikte waterkoeler herkent bv. TIG-COOL CART
2000. In het andere geval treedt een foutmelding op, die beschadiging
van het laspistool door het ontbreken van waterkoeling voorkomt.
Secundaire parameter fabrieksinstellingen SP CLr
Wanneer CLr geselecteerd wordt knippert het digitale scherm. Alle
parameters worden op de fabrieksinstelling gezet. De programma's 1 tot
99 en de secundaire parameters blijven echter behouden.
Functiebeschrijving