Functiebeschrijving
Toortsschakelaar 1
Gasventiel
Lasstroom
Handmatig pulsen:
Wanneer bij 2-takt TIG-lassen gedurende de stroomdaaltijd de pistoolschakelaar
1 ingedrukt dan springt de lasstroom onmiddellijk op de bij het lassen gebruikte
waarde. Afhankelijk van het moment van de stroomdaaltijd waarop de
pistoolschakelaar ingedrukt wordt, kan de gemiddelde energie direct en traploos
gekozen worden.
Fig. 4:
verloop bij handmatig pulsen
3.4.7
Eindkraterstroom le
Het instellen van de eindkraterstroom Ie [8] gebeurt zoals beschreven in §3.4.1.
De eindkraterstroom is de stroomwaarde waarnaar de lasstroom daalt bij het
beëindigen van het lassen. De regeling is traploos tussen 10% en 100% van de
ingestelde lasstroomwaarde I1 mogelijk (bv. Eindkraterstroom = 40%, lasstroom
I1 = 100 A, eindkraterstroom = 40 A). De keuze van een aangepaste
eindkraterstroom maakt het volgende mogelijk:
Verhinderen van randinkarteling en eindkraterscheuren op het einde van de
lasnaad door een te snelle afkoeling van het smeltbad.
Handmatig pulsen (zie §3.4.6)
Lassen met verlaagde stroom op het einde van de naad bij een kant of in
geval van warmteophoping.
3.4.8
Gasnastroomtijd
Het instellen van de gasnastroomtijd [9] gebeurt zoals beschreven in §3.4.1. De
gasnastroomtijd is de tijd, die na het doven van de vlamboog, verloopt voordat
het gasventiel opnieuw sluit. Het nastromen van beschermgas beschermt het
werkstuk en de wolframelektrode tot ze voldoende afgekoeld zijn tegen inwerking
van luchtzuurstof. Een toevallige activering van de pistoolschakelaar veroorzaakt
niet het aflopen van de gasnastroomtijd. Deze functie van het gasmanagement
vermindert het beschermgasverbruik.
t
t
t
18