Doc.nr.: 730 2410 Publicatiedatum: 08.03.2017 De inhoud van deze beschrijving is exclusief eigendom van Lastek Belgium Nv Verspreiding en verveelvoudiging van dit document, gebruik en verspreiding van de inhoud zijn verboden indien niet uitdrukkelijk toegestaan. Bij schending hiervan ontstaat de plicht tot schadevergoeding. Alle rechten voor registratie van patenten, gebruiks- en ontwerpmodellen voorbehouden.
Inhoudsopgave Belangrijke informatie voor de gebruiker Gebruik volgens voorschrift Algemene beschrijving Principe van het MIG/MAG beschermgas lasproces Werkingsprincipe EMIGMA PULS SMART, EMIGMA PULS lasinstallaties MIG/MAG standaardlassen SYN.ARC en SMART.ARC (conventioneel / traploos) 3.3.1 Traploos MIG/MAG standaardlassen SYN.ARC en SMART.ARC (conventioneel) met synergiekarakteristieken 3.3.1.1 Vlamboogtypes bij traploos lassen...
Pagina 5
Accessoires Standaard accessoires Afstandsregelaar voor EMIGMA PULS SMART, EMIGMA PULS Transport Ingebruikname Opstellen van de lasinstallatie Aansluiting van het lasapparaat resp. de lasinstallaties op het lichtnet Aansluiting van het laspistool Aansluiting: werkstukkabel Gasaansluiting Koelmiddel - controle Plaatsen van de draadelektrode Draadelektrode invoeren Praktische tips voor gebruik 10.1...
Pagina 6
Benaming bouwgroepen draadaanvoerkoffer Verklaring van conformiteit Bijlage bij de handleiding EMIGMA PULS SMART Bezetting van de speciale parameters Toewijzingstabel speciale parameters Tabel lasprogramma’s EMIGMA PULS SMART Tabel lasprogramma’s EMIGMA PULS edieningselementen op de voorkant van de draadaanvoerkoffer Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. edieningselementen in de draadaanvoerkoffer...
De informatie in deze handleiding is gebaseerd op de beste kennis, Lastek kan echter niet aansprake- lijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie. Lastek behoudt zich het recht voor om de uitvoering van deze lasinstallaties op elk moment te wijzigen of aan te passen aan nieuwe technische eisen of inzichten.
De installatie mag uitsluitend onder de hierboven vermelde voorwaarden worden gebruikt. Elk ander gebruik wordt beschouwd als niet volgens voorschrift. De gevolgen daarvan vallen onder verantwoordelijkheid van de exploitant. 3 Algemene beschrijving Principe van het MIG/MAG beschermgas lasproces Bij het beschermgaslassen brandt de vlamboog tussen een afsmeltende draadelektrode en het werk- stuk.
Werkingsprincipe van de EMIGMA PULS SMART en EMIGMA PULS lasin- stallaties De lasinstallaties uit de EMIGMA PULS SMART, EMIGMA PULS -serie kunnen eenvoudig aan alle voorkomende lastaken worden aangepast. Naast het ingangssignaal lasenergie (lasvermogen) kan de gebruiker zelf de gewenste vlamboog- lengte (LBL) instellen.
MIG/MAG standaardlassen SYN.ARC en SMART.ARC (conventioneel / traploos) In deze stand werkt de EMIGMA PULS SMART, EMIGMA PULS uitsluitend als traploos instelbare MIG/MAG - lasinstallatie. Symbool: Werkingsprincipe en soorten vlamboog: In tegenstelling tot pulslassen wordt bij traploos MIG/MAG standaardlassen gewerkt met een constante spanningskarakteristiek.
3.3.1 Traploos MIG/MAG standaardlassen SYN.ARC en SMART.ARC (conventioneel) met synergiekarakteristieken De EMIGMA PULS SMART, EMIGMA PULS lasinstallaties zijn ruimschoots uitgerust met synergieka- rakteristieken. Daarom kunnen alle gangbare materialen eenvoudig en optimaal worden gelast. 3.3.1.1 Vlamboogtypes bij traploos lassen Bij conventionele lasinstallaties: Laspistool centrale aansluiting 1) Sproeivlamboog: Bij menggassen met een hoog argongehalte...
MIG/MAG pulslassen PULS.ARC en SMART.PULS In de stand “MIG/MAG pulslassen” werkt de installatie uitsluitend met een puls-vlamboog. Daarom kunnen alle gangbare materialen eenvoudig en uitstekend gepulst worden gelast. Symbool: Werkingsprincipe van puls-vlamboog lassen De pulsboog wordt gekenmerkt door een gelijkstroomverloop dat verandert met de regelbare frequen- tie van een lage grondstroomfase en een hoge pulsfase.
Pagina 13
PULS.ARC I/I – Pulsboog I/I controlled Frequentiegestuurde druppelvorming Perfecte vlambooglengte Zeer goed vloeigedrag, vlakke naadgeometrie Hoge trajectenergie, breed inbranden, geoptimaliseerd voor complex handmatig lassen Veilig te hanteren Universeel toepasbaar Robuust, compenseert toleranties ...
3.4.1 MIG/MAG dubbelpulsen De basis van de MIG/MAG dubbelpuls lasmethode is het MIG/MAG pulsbooglassen Bij het MIG/MAG dubbelpulsen wordt gewerkt met twee periodiek wisselende vlamboog lasvermogens. Symbool: Instellingen: “ ” De bedrijfsmodus MIG/MAG dubbelpulsen wordt gekozen op het bedieningspaneel van de draad- aanvoerkoffer.
4 Bedieningselementen en de functies Bedieningselementen en aansluitingen op de voorkant van de lastrans- formator 4.1.1 Netschakelaar S1 Met de netschakelaar (met controlelampjes) wordt de stroomvoorziening van de lasinstallatie inge- schakeld. Het ingebouwde controlelampje geeft de gereedheid van de lasinstallatie aan. Laskabelaansluiting “Werkstuk”...
4.2.3 Koelwateraansluitingen (koeling van het laspistool) Dient voor het aansluiten van de koelwaterslangen van het tussenslangpakket naar de draadaanvoer- koffer. 4.2.4 Stekker stuurkabel (7-polig) Dient voor het aansluiten van de stuurkabel op de laptop of de PC (seriële interface bv.: COM 1). Opmerking: De seriële interface moet potentiaalvrij zijn, d.w.z.
Wateraansluiting “Terugloop”: WR 4.3.3 (alleen bij uitvoeringen met waterkoeling) Rood omrande koppeling, met één hand te bedienen (snelkoppeling), voor aansluiting van het laspi- stool. 4.3.4 Aansluiting voor afstandsregelaar (17-polig) De standaard aanwezige aansluiting dient voor aansluiting van een afstandsregelaar. De volgende af- standsregelaars zijn leverbaar: MIG Plus 2: Afstandsregelaar met twee regelaars,...
Aansluitingen op de achterkant van de draadaanvoerkoffer X20 Stekker stuurkabel X21 Stekker laskabel Aanvoer koelwater Gasaansluiting Gasaansluiting Afvoer koelwater 4.3.6 Stekker stuurkabel (12-polig): X20 Dient voor het aansluiten van de stekker van de stuurkabel van het tussenslangpakket naar de las- transformator.
Bedieningselementen en displays op de lasinstallatie en de koffer 4.4.1 Bedieningselementen bij de draad en bij bediening in de koffer CrNi Smart Fe Smart Afbeelding : EMIGMA PULS SMART Bedieningspaneel EMIGMA PULS SMART Bedieningspaneel EMIGMA PULS CrNi Smart Fe Smart 4.4.2 Bedieningselementen op de voorkant bij bediening in de koffer (enkel EMIGMA PULS SMART)
Pagina 20
Panel EMIGMA PULS SMART - bediening op de aanvoerkoffer LED‘s FT 1 tot FT 4: H1-H4 Verlichte schakeltoets „Store“: S4 LED „Hold“: H10 LED‘ s : H5- H 7 LED‘s: H5-H7 - A (lasstroom) - mm/min (draadaanvoer) Digitale displays: A1 / A2 - mm (materiaaldikte) LED „Submenu“: H8 LED „Puntlassen“...
4.4.3 Bedieningselementen in de koffer bij bediening op de lastransformator (BU) Op de afbeelding hierboven is de bediening van het apparaat met de optie afstandsregelaar afgebeeld.
4.4.4 Bedieningselementen voorkant bij bediening op de lastransformator (BU) Bij de EMIGMA PULS SMART BU en EMIGMA PULS is de hoofdbediening op de lastransformator aangebracht. Op de koffer zijn als optie 2 regelaars beschikbaar waarmee het lasvermogen en de cor- rectie van de vlambooglengte kan worden ingesteld.
Beschrijving van de bedieningselementen 4.5.1 Toewijzingstabel (S21 / S22 / S23) Voor het oproepen van de gewenste laskarakteristiek (synergiekarakteristiek) moeten de drie keuze- schakelaars voor beschermgas / materiaal / draaddiameter in de juiste positie worden gezet. In de bijlage bij deze handleiding vanaf pagina 95 is een volledige lijst opgenomen met de selecteerba- re laskarakteristieken en de bijbehorende schakelaarposities.
Toest “Draadaanvoer” S24 4.5.5 Door op deze toets te drukken wordt de lasdraad gas- en spanningsloos na een vastgelegd verloop met behulp van de draadaanvoermotor in het laspistool getransporteerd. De draad kan op die manier door de aansluiting van het laspistool en het slangenpakket tot aan het contactmondstuk worden ge- voerd.
Pagina 26
Na een veilige ontsteking volgt het stationaire lasproces: - de draadaanvoer wordt volgens de ingestelde lasenergie tot lassnelheid verhoogd. - de procesbesturing stelt het lasproces volgens de voorinstellingen optimale lasparameters beschikbaar. Het stationaire lasproces loopt dan verder totdat de laspistoolschakelaar weer wordt losgelaten (takt Na het loslaten van de laspistoolschakelaar loopt het programma Einde af: - de vrijbrandtijd zorgt voor een vrij draadeinde aangepast aan de energie.
4.5.9.2 2-takt bedrijf met kratervulprogramma (2TK) Lassen in de 2-takt modus wordt aangeraden voor kortere lasnaden en voor snel, gecontroleerd hech- ten en handmatig puntlassen. Bij indrukken van de laspistoolschakelaar (takt 1) begint het Start-programma van het lasproces: - ter bescherming van de vlamboog loopt de voorstroomtijd (t ) af.
4.5.9.3 4-takt bedrijf (4T) In de 4-takt modus hoeft de toets niet de hele tijd te worden vastgehouden, daardoor kan het laspistool gedurende langere tijd worden gebruikt. Door indrukken van de laspistoolschakelaar (1) begint het lasproces. Met behulp van het Start- programma wordt de vlamboog ontstoken.
4.5.9.4 4-takt bedrijf met kratervulprogramma (4TK) In de 4-takt modus hoeft de toets niet de hele tijd te worden vastgehouden, daardoor kan het laspistool gedurende langere tijd worden gebruikt. Door indrukken van de laspistoolschakelaar (1) begint het lasproces. Met behulp van het Start- programma wordt de vlamboog ontstoken.
4.5.9.5 Bedrijfsmodus puntlassen Lassen in de bedrijfsmodus puntlassen wordt aangeraden voor lassen met een vastingestelde puntlas- “ ” tijd. De puntlastijd wordt met behulp van de regelaar Lasenergie S6 en het digitale display A1 inge- steld. Bij indrukken van de laspistoolschakelaar (takt 1) begint het Start-programma: - ter bescherming van de vlamboog loopt de voorstroomtijd (t ) af.
4.5.10 Keuzeschakelaar lasmethoden “Staafelektrode- / MIG/MAG-standaard / MIG/MAG-puls / MIG/MAG-dubbelpuls lassen“: S2 “ Met de keuzeschakelaar S2 kan worden gekozen uit de vier beschikbare lasmethoden ( Staafelektro- “ ” “ de", "MIG/MAG standaard", MiG/MAG pulslassen MIG/MAG dubbelpulsen). “ ” Opmerking: De positie (Reserve) kan op het moment niet worden gekozen omdat aan deze positie geen functie is toegewezen.
Functie “FastTrack” Via een extra schakelaar op het laspistool (FastTrack-laspistool = FT-laspistool) kunnen één tot vier arbeidspunten (of jobs) voor en tijdens het lassen worden opgevraagd en ingesteld. Het vermogen kan daarnaast traploos worden verhoogd of verlaagd. FT-laspistool met vier LED's: bij gebruik van de optionele afstandsregelaar is de functie FastTrack niet actief.
4.5.13 Verlichte schakeltoets “Store”: S4 (enkel EMIGMA PULS SMART) Met behulp van deze toets worden de arbeidspunten opgeslagen. Om het arbeidspunt op te slaan moet de toets langer dan 2 sec. worden ingedrukt. Opmerking: Door kort knipperen van het digitale display wordt aangegeven dat het arbeidspunt in het gekozen geheugen, positie 1, 2, 3 of 4 is opgeslagen.
4.5.18 LED's “Lasstroom, draadaanvoer, materiaaldikte": H5 - H7 De bijbehorende LED brandt voor de ingestelde functie: - H5: A Lasstroom in Ampère op het display - H6: m/min Draadaanvoer in m/min op het display - H7: mm materiaaldikte in mm op het display 4.5.19 LED “Hold”: H10 Na het lassen worden de waarden voor "Lasstroom en -spanning", waarmee tot slot werd gelast, weergegeven op de digitale displays A1/A2 (Hold-functie).
Opmerkingen: - de verbinding met de afstandsregelaar verloopt automatisch. “ ” “ Let erop dat de regelaar Lasvermogen S6 en/of de regelaar Vlamboog- ” lengte S27 op het bedieningspaneel deels geen effect hebben wanneer met de afstandsregelaar wordt gewerkt. “ ”...
Pagina 36
Bijzonderheid: Op het digitale display is een segment voor een voorteken (+ of -) aanwe- zig: “ Met behulp hiervan wordt de instelling van de correctie Vlambooglengte ” (LBL) aangegeven, d.w.z.: de vlamboog wordt korter + : de vlamboog wordt langer Opmerkingen: - Bij het inschakelen van de installatie zijn de digitale displays als volgt bezet: Linker digitale display A1 Rechter digitale display...
4.5.24 Controleweergaven Controleweergaven: Lampje Functie Betekenis in de net- Netschakelaar aan/uit Netspanning ingeschakeld, besturing aan. schakelaar (groen) H9 (geel) Lasmodus aan/uit Geeft aan dat de lasinstallatie zich in de lasmo- dus bevindt. Deze brandt zolang het lasproces loopt, d.w.z. vanaf het begin van de gasvoor- stroom tot en met het einde van de gasna- stroomtijd.
Speciale parameters 4.6.1 Grafisch overzicht In het submenu speciale parameters (afkorting: SP) kunnen de belangrijkste parameters voor het las- sen worden veranderd en opgeslagen. [sec] [sec] [sec] [sec] [sec] D o p p elp u ls en : Duppelpulsen REHMtronik FastTrack D o u b le p u ls e: 1/2/3/4...
4.6.2 De belangrijkste speciale parameters Met de speciale parameters kan de gebruiker voorinstellingen van de installatie en lastechnische parameters zoals bv. • de keuze van de afstandsbediening via de afstandsregelaar of het laspistool • correctiefactor voor het gebruikte tussenslangpakket (TK) en de werkstukkabel •...
Pagina 40
Verklaring van de speciale parameters [sec] [sec] [sec] [sec] [sec] SP1: Gasvoorstroomtijd [0,0 - 20,0 sec] SP2: Aanvoersnelheid [10 - 200%] SP3: Startstroom van de lasstroom [50 - 150%] SP4: Starttijd: Tijdsduur gedurende welke de startstroom is ingeschakeld [0,1 - 10,0 sec] SP5: Startverloop: verloop van de correctie van de startstroom naar de [0,1 - 10,0 sec]...
Pagina 41
Extra Up/Down toets (FastTrack) Laspistoolschakelaar Ft1-Ft4 SP24: SP24 Functie op het dis- Opmerking play zonder arbeidspunten / jobs kunnen niet wor- den opgeslagen. FastTrack arbeidspunten / jobs kunnen worden opgeslagen. … SP39: FastTrack Verstelsnelheid Up/Down FastTrack Arbeidspunten / jobs (Ft1..Ft4) via extra toetsen op het laspistool af te roepen.
Pagina 42
Correctie SP22: Niet in gebruik Bij het lassen met de karakteristieken SMART.PULS en PULS.ARC U/I kan de juiste correctiefactor voor het resp. tussenslangpakket eenvoudig worden bepaald. De correctiefactor moet zodanig worden ingesteld dat er geen overgang van de startfase, ca. de eerste 3 seconden, naar het lassen, in het bij- zonder bij de vlambooglengte, kan worden vastgesteld.
Pagina 43
SP28: Waterpomp [Auto / Aan] Auto: de waterpomp wordt alleen ingeschakeld indien nodig. Aan: de waterpomp is permanent ingeschakeld. De nalooptijd van de ventilator en de waterpomp is afhankelijk van de lastijd en de lasstroom. Stand-by-Modus: Sleep-Modus: Waterpomp: Wasserpumpe: Ventilator: Netz: O N/ AUT O N/ AUT...
Pagina 44
… SP53 optie SP57: Clear all: terugzetten naar de fabrieksinstellingen Wanneer het niet anders kan en de speciale parameters hopeloos zijn versteld, kan door kiezen van de laatste geheugenplaat voor de speciale parameters (SP53) met de “ ” functie CLr ALL (weergave A1 en A2) en lang ingedrukt houden van toets S5, de fa- brieksinstelling worden hersteld.
Functies van de lasinstallatie Circulatie waterkoeling met bewaking De EMIGMA PULS SMART, EMIGMA PULS beschermgas-lasinstallaties zijn standaard uitgerust met een circulatie waterkoeling voor het laspistool. De werking van de koeling wordt permanent bewaakt met een debietmeter. Bij onvoldoende doorstroming door te lage druk wordt de lasstroom uitgeschakeld. Dit wordt aangege- “...
Compensatie van schommelingen in het lichtnet. Schommelingen in het lichtnet van +/- 10 procent hebben geen invloed op het ingestelde lasvermogen, d.w.z. er wordt niets veranderd. Geïntegreerd digitaal compensatie- en kalibratiesysteem. De installatie werkt voor het grootste deel digitaal. Daardoor komen alle potmeters of andere instelbare componenten te vervallen.
6 Jobs (enkel EMIGMA PULS SMART) Wat zijn jobs? Een job is een gedefinieerd arbeidspunt met een vastgelegde karakteristiek waarbij bovendien de las- methode en de bedrijfsmodus vast zijn opgeslagen. In de fabriek worden geen jobs geprogrammeerd. Deze moeten door de gebruiker direct op de installa- tie worden aangemaakt.
6.3.1 Handmatig lassen met jobs Symbool: Kiezen van een job Display A1 Display A2 “ Bij het kiezen van de positie Handmatig lassen met ” jobs verschijnt een jobnummer. Wanneer er geen job “ beschikbaar is, verschijnt de storingsmelding ” Door draaien van de regelaar S7 kan een jobnummer worden gekozen.
6.3.2 Aanmaken van een job vanuit een karakteristiek Symbool: Bediening en weergave: Om een job aan te maken volgt u de volgende stappen: Job aanmaken Display A1 Display A2 “ ” Speciale parameter 40 op 2 Jobs en automatisering “ instellen en met de keuzeschakelaar S1 Jobs aanma- ”...
6.3.3 Job kopiëren/wissen Symbool: Een job kopiëren: Tijdens het kopiëren geven de LED's H1 - H4 de huidige stap van het kopiëren aan: H1 knippert De te kopiëren job kiezen H2 knippert Energie en vlambooglengte instellen voor het arbeidspunt; er kan worden gelast. H3 knippert ...
Pagina 51
jobnummer is overgenomen. Nu wordt het koffernummer weergegeven. Kiezen is niet mogelijk. LED H4 knippert en verlichte toets S4 licht op. “ ” 10. Houd de verlichte schakeltoets Store S4 zolang inge- drukt (langer dan 2 seconden) totdat het digitale display knippert.
6.3.4 Jobs met FastTrack In de bedrijfsmodus JOBs zijn er twee mogelijkheden om tussen meerdere JOBs, ook tijdens het las- sen om te schakelen (met optioneel leverbare laspistolen). 1) Jobgroepen Er moeten meerdere te lassen jobs in groepen zijn aangemaakt. Een groep wordt van een andere groep gescheiden door een niet bezette JOB.
7 Accessoires Standaard accessoires - Bij watergekoelde lasinstallaties: Watergekoelde MIG/MAG beschermgas laspistolen (optie) Opmerking: Er zijn verschillende laspistolen leverbaar. Neem hiervoor contact op met uw Lastek Belgium. - Bij luchtgekoelde lasinstallaties: Luchtgekoelde MIG/MAG beschermgas laspistolen (optie) Opmerking: Er zijn verschillende laspistolen leverbaar. Neem hiervoor contact op met uw Lastek Belgium.
7.1.1 Afstandsregelaar voor EMIGMA PULS SMART, EMIGMA PULS MIG Plus 2: Handafstandsregelaar “ ” met twee instelknoppen voor de instelling van de Lasenergie (lasvermogen) “ ” of de Vlambooglengte (LBL) “ Voor eenvoudig en snel instellen van de "Lasenergie (lasvermogen) en de “...
8 Transport Bij het transport dienen de volgende veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen : De lasinstallatie is niet geschikt voor transport met een kraan. Voor transport met een kraan is de optie hijsogen leverbaar. Bij transport met een vorkheftruck moet gebruik worden gemaakt van een pallet. De instal- latie moet veilig en vast zijn verankerd.
9 Ingebruikname Lees de handleiding voor ingebruikname zorgvuldig door, voordat u met de werkzaamheden aan deze lasinstallatie begint. Opstellen van de lasinstallatie Stel de lasinstallatie zodanig op dat de lasser voor de installatie voldoende ruimte heeft om de ele- menten voor de instelling te controleren en bedienen. De luchtaan- en afvoer mag niet worden belemmerd.
Gasaansluiting Plaats de fles beschermgas op de steun die op de installatie is aangebracht en borg de fles met de ketting tegen omvallen. Schroef de drukregelaar op de schroefdraad op de fles en controleer de verbinding op lekkage. Schroef de beschermgasslang op de drukregelaar en draai de slang met een passende steeksleutel vast.
De hieronder vermelde praktische tips omvatten slechts een deel van de verschillende toepassingen van EMIGMA PULS SMART beschermgas-lasinstallaties. Voor vragen over specifieke laswerkzaam- heden, materialen, beschermgassen of lasinstallaties wordt verwezen naar de vakliteratuur of adviezen van Lastek Belgium Nv. 10.1 Lasbare materialen Met de EMIGMA PULS SMART beschermgas-lasinstallaties kunnen alle gangbare materialen worden gelast, bv.
10.4 MIG/MAG-laspistool De lassystemen zijn deels voorzien voor een watergekoelde lastoorts. De uitrusting voor het laspistool is afhankelijk van de lastaak en moeten hierop worden afgestemd. 10.5 Accessoires voor het laspistool 10.5.1 Contactmondstukken Contactmondstukken zijn slijtageonderdelen en moeten regelmatig worden vervangen. Let erop dat de contactmondstukken worden gekozen aan de hand van de gekozen draaddiameter.
11 Veiligheidsinformatie Uitvoering van werkzaamheden aan elektrische lasapparatuur is altijd verbonden met mogelijke geva- ren. Personen die niet op de hoogte zijn van het gebruik van dergelijke apparatuur en installaties kunnen zichzelf en anderen schade toebrengen. Om deze reden moet het bedienend personeel worden gewe- zen op de volgende potentiële gevaren en de ter voorkoming van mogelijke schade te nemen maatre- gelen.
Pagina 61
3.) Geluid/lawaai Tijdens het lassen ontstaat lawaai door het afkloppen van slakken, slijpen, de vlamboog en in mindere mate door de lasinstallatie. De door het lasproces ontstane geluiden zijn sterk afhankelijk van de gekozen lasmethode, de hantering van het laspistool, de basismaterialen en de omgeving. Door geluiddempende maatregelen of inkapseling kan het geluidsniveau worden verlaagd.
Pagina 62
6.) Mechanische gevaren Let erop dat het lasapparaat uitsluitend word gebruikt wanneer de behuizing is gesloten. Er bestaat gevaar dat de vingers tussen de transportrollen of de draaiende draadspoel en delen van de behuizing bekneld raken. Het invoeren van de draad wordt gedaan wanneer de draadaanvoermotor stilstaat. Bij het invoeren van de draad in het laspistool wordt de aanvoersnelheid van de draad verlaagd om de draad zonder gevaar te kunnen invoeren.
Pagina 63
De EMIGMA PULS SMART beschermgas-lasinstallaties zijn volgens EN 60974-1 vlamboog lasap- – paratuur lassstroombronnen voor overspanningscategorie III en vervuilingsgraad 3 en volgens EN – 60974-10 vlamboog lasapparatuur elektromagnetische compatibiliteit (EMC) voor groep 2 Klasse A ontworpen en zijn geschikt voor gebruik in alle omgevingen, behalve woonomgevingen, die direct zijn aangesloten op een openbare laagspanningsstroomvoorziening.
Onderhoudswerkzaamheden Voor een veilig en ongestoord gebruik van de installatie is regelmatig onderhoud onmisbaar. Vóór aanvang van reinigingswerkzaamheden moet de installatie zijn uitgeschakeld en van de netspanning zijn losgekoppeld! Let erop dat u bij deze werkzaamheden geen stekkerverbindin- gen losmaakt of oplost! 12.1 Reinigen van het inwendige van de installatie Wanneer de lasinstallatie in een stoffige omgeving wordt gebruikt, moet de installatie regelmatig door...
Wanneer bij een reparatie onderdelen moeten worden vervangen, mogen hiervoor alleen originele on- derdelen worden gebruikt. In geval van een storing die niet kan worden verholpen kunt u contact opnemen met Lastek Belgium Wanneer onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan deze installatie worden uitgevoerd door perso- nen die niet door Lastek zijn geschoold en/of voor deze werkzaamheden zijn gekwalificeerd, vervalt elk recht op garantie en aansprakelijkheid.
Beschrijving, oorzaak en verhelpen van storingen Wanneer de onderstaande maatregelen voor het verhelpen van storingen geen resultaat hebben, moet de hulp van de service- en reparatieafdeling van Lastek Belgium Nv worden ingeroepen. Belangrijk! Werkzaamheden aan elektrische apparatuur mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vak-...
Pagina 67
“ ” Melding ERR H20 op de digitale displays A1/A2: Storing (koelwater) Oorzaak: Oplossing: Geen of onvoldoende koelvloeistof Koelvloeistof bijvullen * Slangen geknikt of losgekoppeld Controleren * Circulatie in het laspistool verstopt Circulatie herstellen maar niet doorblazen om- dat de debietmonitor daardoor kan worden be- schadigd.
Pagina 68
“ ” Melding ERR 101 (ERR 201) op de digitale displays A1/A2: Storing (bedieningseenheid) Oorzaak: Oplossing: Er is een storing in de bedieningseenheid Servicegeval! vastgesteld. ERR 101: Bedieningseenheid vervangen (DV1) ERR 201: Bedieningseenheid vervangen (DV2) * Opm.: Resetten van de storingsmelding kan alleen door de installatie opnieuw in te schakelen. “...
Pagina 69
Melding “ERR 404” op de digitale displays A1/A2: Storing (draad vastgebrand) Oorzaak: Oplossing: Er is vastgesteld dat de draad is vastgebrand. Er kan gedurende t =5 seconden niet worden ge- last. Vastgebrande draad verwijderen. Daarna kan weer worden gelast. Melding “ERR 405” op de digitale displays A1/A2: Storing (lasproces) Oorzaak: Oplossing: De job heeft een ongeldig lasproces (bv.
Pagina 70
Er komt geen beschermgas Oorzaak: Oplossing: Beschermgasfles leeg Controleren Drukregelaar defect Controleren Gasslang geknikt Controleren Gasventiel in de draadaanvoerkoffer defect Controleren Draadelektrode wikkelt ongecontroleerd af Oorzaak: Oplossing: Draadspoelrem te strak of te los Draadspoelrem met de draadspoelhouder ingesteld nastellen Problemen met de draadgeleiding Het slangenpakket moet bij elke wisseling van de draadelektrode uitgeblazen worden.
Pagina 71
Geen bevredigend lasresultaat (te veel spatten, onrustige vlamboog, poriën etc.) Oorzaak: Oplossing: “ Daadwerkelijke combinatie van Gas / Materiaal Combinatie corrigeren of ” / Diameter komt niet overeen met de laskarakteristiek aanpassen aan de instellingen van de gekozen laskarakteristiek daadwerkelijke combinatie “...
*in de meest recente bij productie geldende versie Overeenkomstig de EG richtlijn 2006/42/EG artikel 1, par. 2 vallen bovengenoemde producten uitsluitend in het toepassingsgebied van de richtlijn 2014/35/EU betreffende elektrische bedrijfsmiddelen voor gebruik binnen be- paalde spanningsgrenzen. Lastek Belgium Nv Industriepark Wolfstee Toekomstlaan 50 2200 Herentals Herentals, 18.03.2017...
Bijlage bij de handleiding EMIGMA PULS SMART 280, 330, 380, 430, 480 EMIGMA PULS 230, 330, 430 Versie 2017 Inhoud: Bezetting van de speciale parameters Toewijzingstabel speciale parameters Tabel lasprogramma's Vouwblad bedieningselementen op de voorkant van de draadaanvoerkoffer Vouwblad bedieningselementen in de draadaanvoerkoffer...
Bezetting van de speciale parameters Fabrieksin- SP.. Benaming Gebied Resolutie Bezetting stelling Gasvoorstroomtijd 0,0 s 0,0-20,0 s 0,1s Karakteristiek Invoeren 100% 10-200% Karakteristiek Startstroom 100% 50-150% Karakteristiek Starttijd 0,1s 0,1-10,0 s 0,1s Karakteristiek Startverloop 0,1s 0,0-10,0 s 0,1s Karakteristiek Start frequentiewijziging 50-150 Hz 1 Hz Karakteristiek...
Pagina 93
“ ” De kolom Bezetting in de toewijzingstabel bepaalt het effect van de speciale parameter. Een speciale parameter kan effect hebben op de volledige installatie, een individuele karakteristiek of ” een enkele job. Voor karakteristieken en jobs geldt de kolom "Fabrieksinstellingen slechts voor een groot deel van de karakteristieken en jobs.
Toewijzingstabel speciale parameters [sec] [sec] [sec] [sec] [sec] D o p p elp u ls en : Dubbelpulsen : FastTrack REHMtronik D o u b le p u ls e: 1/2/3/4 1/2/3/4 [sec] [sec] Fernsteller / Remote control: LBL: Afstandsbediening : ALC: M IG Plus2 OFF/1/2...
Bedieningselementen op voorkant van draadaanvoerkoffer ( beschrijving van de bedieningselementen : zie pag. 24 ) ( afbeelding geldt voor EMIGMA PULS SMART ) ( bij EMIGMA PULS SMART BU op de voorkant van het apparaat ) LED’s Ft 1 tot Ft 4 : H1 – H4 1 = handmatig lassen met jobs 2 = karakteristiek –...
Bedieningselementen in de draadaanvoerkoffer ( beschrijving van de bedieningselementen : zie pag. 24 ) ( afbeelding geldt voor EMIGMA PULS SMART ) ( bij EMIGMA PULS SMART BU S21-S23 en H21 op de voorkant van het apparaat ) CrNi Smart Fe Smart...