Functiebeschrijving
smeltbad beter beheersen, bijzonder in moeilijke omstandigheden zoals: bij
positielassen , bij grote naadoverbruggingen en bij lassen van dunne plaat, dan
wanneer men last met constante stroom.
Hoogfrequent pulsen: met pulsfrequentie van 10 Hz tot 3 kHz
Het stroomverloop stemt overeen met het conventioneel pulsen maar de tijden
zijn veel korter. De twee tijden gedurende dewelke I1 en I2 actief zijn, zijn bij HF-
pulsen steeds even lang. Omdat de tijden zo kort zijn is de aanduiding van
pulsfrequentie, d.w.z. aantal pulsen per seconde, zinvol en gebruikelijk.
Om de pulsfrequentie om te rekenen naar de actuele pulstijden t1 en t2 gelden
de volgende vergelijkingen:
Totale pulstijd
= I1-pulstijd t1 + I2-pulstijd t2
I1-pulstijd t1
= I2-pulstijd t2
Voorbeeld:
Pulsfrequentie = 50 Hz
Totale pulstijd = I1-pulstijd t1 + I2-pulstijd t2
I1-pulstijd t1 = 0,5 * totale pulstijd = 0,01s
I2-pulstijd t2 = 0,5 * totale pulstijd = 0,01s
Dat betekent dat de stroom tijdens het lassen gedurende 0.01 s (=10 ms) de
waarde I1 heeft, daarna gedurende 0. 1 s (=10 ms) de waarde I2 en dan weer
gedurende 0.01 s (=10 ms) de waarde I1 enz...
Het pulsen met zulke korte tijden zorgt voor een slankere vlamboog en een
diepere inbranding.
Op het digitale scherm wordt, omwille van het snelle wisselen van de stroom,
steeds de actuele gemiddelde stroomwaarde weergegeven. D.w.z. bij lasstroom
I1 = 100 A en I2 = 50 A, wordt 75 A weergegeven.
3.4.4 Lasstroom I2
Het regelen van de lasstroom I2 [5] gebeurt zoals beschreven in §3.4.1. Het
toepassen van lasstroom I2 is enkel bij TIG-lassen zinvol en wordt daarom alleen
maar bij de TIG-lassen aangeduid. De lasstroom I2 wordt gebruikt bij pulserend
lassen (zie §3.4.3) en bij de tweestromenregeling.
Tweestromenregeling:
Algemene werkwijze:
Dank zij de tweestromenregeling kan, wanneer men een laspistool met 2
schakelaars gebruikt, gelast worden met twee verschillende, vooraf ingestelde,
stromen. D.w.z. men kan tijdens het lassen heen en weer schakelen tussen
stroom I1 en I2. Het omschakelen gebeurt door het indrukken van de tweede
schakelaar.
Voorbeeld voor omschakelingen:
Van hoge stroom naar lage stroom of omgekeerd, bv. Bij wijzigen van de
laspositie.
Handmatig pulsen (zie §3.4.6)
Starten met hoge stroom I1 om het werkstuk op te warmen en daarna verder
te lassen met stroom I2
Starten met lage stroom I1 op de rand van een werkstuk en daarna verder
lassen met de hogere stroom I2
Het omschakelen is zowel 2-takt als 4-takt-werking zonder pulsen mogelijk.
I1 kan binnen de volgende regelgebieden ingesteld worden:
=
1 / pulsfrequentie
=
0,5 * totale pulstijd
= 1 / 50 Hz = 20 ms = 0,02 s
16