Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
2. Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
2.1. Voor de aansluiting en de bediening
□ Elke behandeling of reparatie van het apparaat, inclusief de vervanging van het net-
snoer, moet door gemachtigd Technisch Servicepersoneel en met originele reserve-
onderdelen worden uitgevoerd. Reparaties of behandelingen door andere personen
kunnen het apparaat beschadigen of defecten veroorzaken die uw veiligheid in ge-
drang kunnen brengen.
□ De wettelijke voorschriften en de aansluitingsspecificaties van het plaatselijke ener-
giebedrijf moet strikt worden nageleefd.
□ De stroomtoevoer naar het apparaat moet worden losgekoppeld wanneer de oven-
lamp wordt aangesloten, gerepareerd of vervangen. Schakel de zekering uit of trek
de stekker uit.
□ De installatie moet een volledige veiligheid tegen elk mogelijk contact garanderen.
□ De wijziging van de installatieplaats van een stekker en de vervanging van het net-
snoer mogen alleen worden uitgevoerd door een elektricien die aan de betreffende
specificaties voldoet.
□ Het is essentieel dat de aansluitgegevens (frequentie en spanning) van de oven
overeenstemmen met die van het elektriciteitsnet om de oven niet te beschadigen.
Vergelijk deze gegevens wanneer u de oven aansluit. Neem bij twijfel contact op
met een gekwalificeerde elektricien.
□ Meerdere stopcontacten en verlengkabels bieden onvoldoende garantie voor de
vei-ligheid (risico op brand). Gebruik ze niet om de oven op het elektriciteitsnet aan
te sluiten.
□ Gebruik de oven pas nadat hij correct is geïnstalleerd om te garanderen dat hij
veilig werkt.
□ Zorg ervoor dat er geen elektriciteitskabel van een vrijstaand of ingebouwd apparaat
contact maakt met de oven.
8
Gebruikershandleiding