3.
Bevestig de maaihoogtebeugel aan het frame
van de maai-eenheid met de overgebleven
vulstukken onder de maaihoogtebeugel.
4.
Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een
flensmoer.
Opmerking:
De inbusbout/het afstandsstuk
worden bij elkaar gehouden met afdichtkit
zodat het afstandsstuk niet in het frame van de
maai-eenheid valt.
5.
Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en
breng indien nodig aanpassingen aan.
6.
Bepaal of slechts één of beide maaihoogtebeu-
gels (rechts en links) moeten worden aangepast.
Opmerking:
Als de kant op 3 uur of op 9 uur
1,6 tot 6,0 mm hoger is dan de nieuwe hoogte
aan de voorkant, hoeft die kant niet aangepast
te worden. Pas de andere kant zo aan, dat deze
afstand ook binnen 2,2 mm van de juiste kant
valt.
7.
Pas de linker en rechter maaihoogtebeugel aan
door stap
1
tot en met
8.
Bevestig de slotbouten en de flensmoeren.
9.
Controleer de hoogte op 12 uur, 3 uur en 9 uur.
Mes(sen) van de
maai-eenheden verwijderen
en monteren
Vervang een mes als het een vast voorwerp heeft
geraakt, of als het uit balans of krom is. Gebruik ter
vervanging altijd originele Toro messen zodat u zeker
bent van een veilig gebruik en optimale prestaties.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, zet de maai-eenheid in de hoogste
stand, stel de parkeerrem in werking, schakel de
motor uit en verwijder het sleuteltje.
Opmerking:
Zet de maai-eenheid vast om te
voorkomen dat dit per ongeluk naar beneden
valt.
2.
Pak het uiteinde van het mes vast met een doek
of een dikke, gevoerde handschoen.
3.
Verwijder de mesbout, de antiscalpeercup en
het mes van de as
4
te herhalen.
(Figuur
124).
1. Mesbout
4.
Monteer het mes, de antiscalpeercup en de
mesbout; zet de mesbout vast met een torsie
van 115 tot 149 N·m.
Belangrijk:
moet naar de binnenzijde van het maaidek
wijzen om een goede maaikwaliteit te
garanderen.
Opmerking:
geraakt, moet u alle moeren van de aspoelie
vastdraaien met een torsie van 115 tot 149 Nm.
Mes(sen) van de
maai-eenheid controleren
en slijpen
Zowel de snijranden als de vleugel – dat is het deel
dat naar boven steekt tegenover de snijrand – zorgen
ervoor dat het mes een goede maaikwaliteit levert.
De vleugel zet het gras rechtop zodat het gelijkmatig
wordt gemaaid. De vleugel slijt echter geleidelijk af
tijdens het gebruik, en hierdoor zal de maaikwaliteit
afnemen, ook al zijn de snijranden scherp. De snijrand
van het mes moet scherp zijn zodat het gras wordt
gemaaid en niet wordt afgescheurd. De snijrand is
bot als de punten van de grassprieten bruin zijn of
kapot zijn gescheurd. Slijp de snijranden om dit te
verhelpen.
1.
Parkeer de machine op een egale ondergrond,
breng de maai-eenheden omhoog, stel de
parkeerrem in werking, zet het tractiepedaal
in de
NEUTRAALSTAND
. Zet daarna de motor uit en verwijder het
UIT
sleuteltje.
2.
Controleer nauwkeurig de uiteinden van het
maaimes, in het bijzonder op de plaats waar
het platte en het gebogen deel samenkomen
(Figuur
125).
83
Figuur 124
2. Antiscalpeercup
Het gebogen deel van het mes
Als u een vreemd voorwerp hebt
en schakel de aftakas
g011355