De werking van de machine
leren begrijpen
Oefen u in het rijden met de machine, omdat deze
machine een hydrostatische transmissie heeft en de
eigenschappen ervan anders zijn dan die van veel
gazonmachines.
Slimme energievoorziening voorkomt vastlopen in
zware omstandigheden door de machinesnelheid
automatisch te regelen en de maaiprestaties te
optimaliseren.
U kunt de remmen gebruiken ter ondersteuning bij
het draaien van de machine. Ga echter voorzichtig
te werk indien u ze gebruikt, in het bijzonder op
zacht of nat gras, omdat het gazon per ongeluk kan
scheuren. De remmen kunnen ook helpen om tractie
te behouden. Op sommige hellingen kan bijvoorbeeld
het hoogste wiel slippen en grip verliezen. In dit
geval trapt u het stuurpedaal voor het hoogste wiel
geleidelijk en met tussenpozen in totdat dit wiel niet
meer slipt, waarmee de tractie op het laagste wiel
wordt vergroot.
Wees extra voorzichtig wanneer u de machine
op hellingen gebruikt. Zorg ervoor dat de
stoelvergrendeling goed vastzit en dat u de
veiligheidsgordel hebt omgedaan. Rij langzaam
en maak geen scherpe bochten om omkantelen
te voorkomen. Om de controle bij het sturen te
verbeteren, moeten de maai-eenheden worden
neergelaten als u hellingafwaarts rijdt.
Belangrijk:
Laat de motor 5 minuten stationair
lopen voordat u deze afzet of nadat de machine
volledig belast is gebruikt. Hierdoor kan de
turbocompressor afkoelen voordat u de motor
afzet. Indien u dit nalaat, kan de turbocompressor
beschadigd raken.
Voordat u de motor afzet, moet u alle
bedieningsorganen uitschakelen en het motortoerental
op langzaam zetten, waarbij het hoge motortoerental
(tpm), het lawaai en de trillingen worden verlaagd.
Draai het sleuteltje op
om de motor af te zetten.
UIT
De koelventilator van de
motor bedienen
De koelventilator van de motor wordt normaal
geregeld door de machine. De machine kan de
ventilator omkeren zodat vuil van het achterscherm
wordt geblazen. In normale werkomstandigheden
regelt de machine het ventilatortoerental en de
draairichting op basis van de temperatuur van de
koelvloeistof en de hydraulische vloeistof, en gaat de
ventilator automatisch omgekeerd draaien om vuil van
het achterscherm te blazen. Een omgekeerde cyclus
wordt automatisch gestart als de temperatuur van de
motorkoelvloeistof of de hydraulische vloeistof een
bepaalde waarde bereikt.
U kunt de ventilator handmatig omkeren door de 2
buitenste knoppen van het InfoCenter 2 seconden
ingedrukt te houden – de ventilator zal een handmatig
gestarte omgekeerde cyclus maken. Keer de
ventilator om als het achterscherm vuil is of voordat
u met de machine de werkplaats of opslagplaats
binnenrijdt.
47
Figuur 62
g036843
g036844