Onderhoud van
maaimessen
Veiligheid van de messen
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan naar u of naar omstanders
worden uitgeworpen en ernstig lichamelijk of dodelijk
letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Omwikkel de maaimessen of draag
handschoenen en wees voorzichtig als u
onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen
verricht. De maaimessen mogen alleen worden
vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te
maken of er aan te lassen.
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
1 mes draait.
Onderhoud van het
maaimes
De maai-eenheid is in de fabriek ingesteld op een
maaihoogte van 5 cm en met een harkmes van
7,9 mm. De hoogte-instellingen links en rechts zijn
ook vooraf ingesteld binnen 0,7 mm van elkaar.
De maai-eenheid is zo ontworpen dat de kamer
niet vervormd wordt wanneer het mes schokken
ondergaat. Als het mes een vast voorwerp raakt,
controleer dan of het mes is beschadigd en controleer
of het mes nog nauwkeurig maait.
Het maaimes controleren
1.
Verwijder de hydraulische motor uit de
maai-eenheid en verwijder de maai-eenheid van
de machine.
2.
Gebruik een takel (of minimaal twee personen)
en plaats de maai-eenheid op een vlakke tafel.
3.
Markeer 1 uiteinde van het mes met een
markeerstift. Gebruik dit uiteinde van het mes
om alle hoogtes te controleren.
4.
Plaats de snijrand van het gemarkeerde uiteinde
van het mes op 12 uur (recht vooruit in de
maairichting)
(Figuur
vanaf de tafel tot het snijvlak van het mes.
122) en meet de hoogte
5.
Draai het gemarkeerde uiteinde van het mes
naar 3 uur en naar 9 uur
de hoogte.
6.
Vergelijk de gemeten hoogte op 12 uur met de
maaihoogte-instelling. De afstand moet binnen
een marge van 0,7 mm vallen. De hoogten op
3 uur en 9 uur moeten 1,6 tot 6,0 mm hoger zijn
dan de instelling op 12 uur en binnen 2,2 mm
van elkaar vallen.
Als een van deze metingen niet binnen de specificaties
valt, ga dan verder met
Maaimes afstellen
Start met het afstellen aan de voorzijde (pas steeds 1
beugel per keer aan).
1.
Verwijder de maaihoogtebeugel (aan de
voorzijde, linkerzijde of rechterzijde) van het
frame van de maai-eenheid
2.
Breng vulstukken van 1,5 mm en/of vulstukken
van 0,7 mm aan tussen het frame van de
maai-eenheid en de beugel om de gewenste
maaihoogte-instelling te bereiken
1. Maaihoogtebeugel
82
Figuur 122
(Figuur
122) en meet
Maaimes afstellen (bladz.
(Figuur
123).
(Figuur
Figuur 123
2. Vulstukken
g011353
82).
123).
g011354