3.
Stel de parkeerrem in werking.
4.
Laat indien nodig de maaidekken zakken.
5.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
6.
Draai het sleuteltje naar de stand S
verwijder het.
7.
Laat de onderdelen van de machine afkoelen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
De machine opkrikken
Gebruik de volgende locaties om de machine op te
krikken:
Vooraan de machine – op het machineframe, voor
de aandrijfmotoren van de wielen
Belangrijk:
Krik de machine niet op aan de
aandrijfmotoren van de wielen. Houd de krikken
uit de buurt van hydraulische buizen en slangen.
Achteraan de machine – op het midden van as
(Figuur
72)
Plaats kriksteunen met voldoende draagvermogen
aan weerszijden van de tandwielkast en onder de as.
Belangrijk:
Krik de machine niet op aan de
trekstang.
TOP
(Figuur
71)
Figuur 71
en
De motorkap openen
Open de kap zodat u bij het chassis kunt; zie
73.
g036670
57
Figuur 72
Figuur 73
g036671
Figuur
g036674