Hoofdstuk 9
4.
Houd de printcartridge aan de zijkant vast met de onderkant naar boven, en zoek de elektrische
contactpunten op de printcartridge. De elektrische contactpunten zijn vier kleine rechthoeken van koper- of
goudkleurig metaal aan de onderkant van de printcartridge.
5.
Veeg enkel de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje schoon.
Let op
de cartridge veegt.
6.
Zoek aan de binnenkant van het apparaat de contactpunten in de printkop. De contactpunten zien eruit als
een set van vier koper- of goudkleurige pinnen die zo zijn geplaatst dat ze op de contactpunten op de
printcartridges passen.
7.
Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee schoon te wrijven.
8.
Installeer de printcartridge opnieuw.
9.
Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg is.
10.
Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in.
Klik hier voor meer informatie
Cartridges installeren
Bij de eerste installatie van de printer moet u de cartridges installeren die in de doos met de printer zitten. Deze
cartridges hebben het label SETUP, en ze kalibreren uw printer voor de eerste afdruktaak. Het niet plaatsen van
de SETUP-cartridges tijdens de eerste installatie veroorzaakt een fout. Als u een set normale cartridges hebt
46
Een probleem oplossen
Zorg ervoor dat u enkel de contacten aanraakt, en geen inkt of andere verontreiniging elders op
online.