• Geef het formaat van het origineel op nadat u het origineel hebt geplaatst. (p.29)
Opmerking
• Plaats geen originelen van verschillende formaten tegelijk in de origineelinvoerlade.
Opmerking
Dat kan papierstoringen veroorzaken.
• De volgende pictogrammen worden weergegeven wanneer het origineel is geplaatst.
Geen: Glasplaat
:
Automatische origineelinvoer (enkelzijdig scannen)
:
Automatische origineelinvoer (dubbelzijdig scannen)(Alleen voor modellen met dubbelzijdige
scanfunctie)
KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN
Druk op de [Belichtng] toets (
De belichting van de kopie kan naar wens worden aangepast.
Er zijn drie belichtingsmodi: "Tekst", "Tkst/AfdrFoto" en "Foto".
Afhankelijk van de instellingen, gebruikt u "Auto" of een van de vijf beveiligingsniveaus.
Selecteer het type origineel met de [
vervolgens op de [OK] toets.
LADE SELECTEREN
Wanneer u het papier in de handinvoerlade wilt gebruiken of wanneer lade 2 is geïnstalleerd en u wilt de gebruikte
lade aanpassen, selecteer dan "Papier" in het rechtermenu van het basisscherm van de kopieermodus en druk op
de [OK] toets.
De lade wijzigt telkens wanneer u drukt op [OK].
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN
Druk op de cijfertoetsen om het aantal kopieën in te stellen.
Het ingestelde aantal kopieën verschijnt in het display. U kunt maximaal 999 kopieën (fabrieksinstelling) instellen.
• Druk op de [C] (wis) toets wanneer u het verkeerde nummer hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste
Opmerking
nummer in.
Opmerking
• U kunt de limiet voor het aantal kopieën wijzigen in de systeeminstellingen. (p.183)
) op het bedieningspaneel om het belichtingsscherm weer te geven.
][
] toetsen, pas zo nodig de belichting aan met de [
28
KOPIEERFUNCTIES
][
] toetsen en druk