DE SCANBELICHTING AANPASSEN
U kunt de belichting van een afbeelding aanpassen. Hoe hoger de waarde, des te donkerder de afbeelding.
Selecteer de scanmodus, plaats de originelen (stap 1 tot 3 op p.126) en volg dan onderstaande procedure.
De scanbelichting staat standaard ingesteld op "Tkst/AfdrFoto Auto".
1
Druk op de [BELICHTING] toets (
"Tkst/AfdrFoto" of "Foto" voor het type origineel.
2
Selecteer een van de 5 beschikbare niveaus met de [ ] [ ] toetsen en druk op de
[OK] toets.
3
Druk op [OK].
SCANMARGES INSCHAKELEN (LEEG GEBIED)
Als deze functie wordt ingeschakeld, verschijnen er marges (lege gebieden die niet worden gescand) rondom de
randen van het maximale scangebied van het apparaat.
Selecteer de scanmodus, plaats de originelen (stap 1 tot 3 op p.126) en volg dan onderstaande procedure.
De fabrieksinstelling voor het lege gebied is "Uit" (uitgeschakeld).
Wilt u de instelling voor het lege gebied wijzigen, volg dan deze stappen.
Leeg gebied:2,5 mm (7/64") vanaf de boven- en onderrand
3,0 mm (1/8") vanaf de linker- en rechterrand
1
Druk op de [SPECIALE FUNCTIE] toets (
[ ] toets.
2
Selecteer "Aan" of "Uit" met de [ ] of [ ] toets.
3
Druk op [OK].
VAGE KLEUREN IN KOPIEËN WIT MAKEN
(ONDERDRUK BG (ACHTERGROND))
Zie "VAGE KLEUREN IN KOPIEËN WIT MAKEN (Onderdruk BG (achtergrond))" (p.36) voor meer informatie over
het wit maken van vage kleuren in kopieën.
DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN
(SCHERPTE)
Zie "DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (Scherpte)" (p.36) voor meer informatie over het
aanpassen van de scherpte.
) met de [ ] of [ ] toets en selecteer "Tekst",
) en selecteer "Leeg gebied" met de [ ] of
132
SCANNERFUNCTIES