PROBLEEMOPLOSSING
NETWERKPROBLEMEN
Probleem
De machine maakt geen
verbinding met het netwerk.
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN
De onderstaande problemen hebben betrekking op de algemene werking van de machine en het kopiëren.
Probleem
De machine werkt niet.
Machine staat wel aan, maar
kopieert niet.
Kopieën zijn te donker of te licht.
Oorzaak en oplossing
De LAN-kabel is niet aangesloten.
→ Controleer of de LAN-kabel stevig vastzit in de machine en uw
computer. Zie de "Software-installatiegids" voor het aansluiten
van de kabel.
Is de machine geconfigureerd voor gebruik op hetzelfde
netwerk als de computer?
→ Het apparaat kan niet worden gebruikt als het niet is aangesloten
op hetzelfde netwerk als de computer, of als het niet is
geconfigureerd voor gebruik op het netwerk.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
Oorzaak en oplossing
Het snoer is niet aangesloten op een stopcontact.
→ Sluit het snoer aan op een geaard stopcontact.
Hoofdschakelaar UIT.
→ Zet de hoofdschakelaar op ON.
De machine is bezig met opwarmen.
→ De machine heeft enige tijd nodig om op te warmen nadat de
schakelaar is ingeschakeld. Terwijl de machine opwarmt, kunnen
de kopieerinstellingen geselecteerd worden, maar is kopiëren
niet mogelijk. Wacht tot "Klaar v. kopiëren" verschijnt.
De voor- of zijklep is niet volledig gesloten.
→ Sluit de voor- of zijklep.
De machine staat in de automatische uitschakelfunctie.
→ Wanneer de modus voor automatisch uitschakelen is
geactiveerd, knippert alleen de [ENERGIE BESPAREN] indicator
(
). Alle andere indicatoren en de display zijn uitgeschakeld. De
machine keert terug naar de normale werking wanneer op de
[ENERGIE BESPAREN] toets (
afdruktaak of faxbericht wordt ontvangen of wanneer scannen
vanaf een computer wordt gestart.
* Behalve wanneer het printgeheugen voor de faxfunctie is
geactiveerd.
Er is een papierstoring opgetreden.
→ Zie "VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN" om het
vastgelopen papier te verwijderen.
Geen papier meer aanwezig in de papierlade.
→ Vul papier bij.
→ Druk op de [KOPIE] toets (
selecteren.
Er werd geen juiste belichting voor het origineel
geselecteerd.
→ Selecteer de gewenste belichting met de [BELICHTING] toets
(
) en stel de juiste belichting in met de [
→ Als de kopie te licht of te donker is, zelfs als "AUTO" is
geselecteerd met de [BELICHTING] toets (
handmatig het belichtingsniveau bij met de [
143
PROBLEEMOPLOSSING
) wordt gedrukt, wanneer een
) om de kopieermodus te
] of [
] toets.
), stel dan
] of [
] toets.
Pagina
9
–
Pagina
–
15
15
–
15
153
19
–
28