STUURWIEL -
VERSTELLING
Het stuurwiel is in hoogte- en in lengte-
richting verstelbaar.
Trek de hendel (A-fig. 21) naar het
stuur (stand 1), stel het stuurwiel af,
druk de hendel naar voren (stand 2) en
controleer of de stuurkolom geblokkeerd
is.
De afstelling mag uit-
sluitend bij een stil-
staande auto plaatsvin-
den.
fig. 21
42
SPIEGELS INSTELLEN
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
De spiegel is voorzien van een beveili-
gingsmechanisme, waardoor de spiegel
bij een krachtige botsing losschiet.
Met het hendeltje (A-fig. 22) kunt u
de spiegel in twee verschillende standen
zetten: normale stand of anti-verblin-
dingsstand.
fig. 22
BUITENSPIEGELS
U kunt de spiegel afstellen m.b.v. keu-
zeschakelaar (A-fig. 23) en knop (B-
fig. 23) op de tunnelconsole.
– Kies met keuzeschakelaar (A-fig.
23) de gewenste spiegel (rechts of
links).
–Plaats knop (B-fig. 23) in één van
de vier richtingen, waardoor de hiervoor
gekozen spiegel wordt versteld.
fig. 23