STOELEN
HANDMATIGE VERSTELLING
(fig. 21)
Bediening voor:
A - Verstelling in lengterichting
B - Omklappen van rugleuning
C - Verstelling van rugleuning.
fig. 21
20
ELEKTRISCHE VERSTELLING
(fig. 22)
Bediening voor:
A - Verstelling in lengterichting
B - Verstelling van rugleuning
C - Verstelling van zittinghoek voor
D - Verstelling van zittinghoek achter
E - Hoogteverstelling
F - Handmatige verstelling van lenden-
steun
G - Handmatig omklappen van rugleu-
ning
H - Stoelverwarming.
fig. 22
De bestuurdersstoel mag
alleen worden afgesteld
als de auto stilstaat.