B - OM DE 50 WERKUREN
B1 - FILTERPATROON DROGE LUCHT
Bij gebruik in een stoffige omgeving zijn er voor filter elementen beschikbaar (zie : 3 - ONDERHOUD : FILTERELEMENTEN EN
DRIJFRIEMEN). De periodiciteit van de contrôle- en schoonmaakbeurten moet in dit geval aangepast worden.
Als het controlelampje van de verstopping oplicht moet deze handeling zo spoedig mogelijk uitgevoerd worden (1 uur maximaal). De vulling mag niet meer
dan zeven keer schoongemaakt worden, daarna moet hij vervangen worden.
- Voor het demonteren en het monteren van de vulling zie : 3 - ONDERHOUD : D5 - FILTERPATROON DROGE LUCHT.
- De filtervulling met behulp van een straal samengeperste lucht (maximale druk 3 bar) van boven naar beneden en van binnen naar
buiten schoonspuiten op een afstand van minimaal 30 mm van de wand van de vulling.
- De filter is schoon als er geen stof meer naar buiten komt.
De veiligheidsafstand van 30 mm tussen de luchtstraal en de vulling in acht nemen om te voorkomen dat de vulling scheurt of beschadigd raakt. De
vulling niet schoon spuiten in de nabijheid van de luchtfilterkast. De vulling nooit schoonmaken door hem tegen een harde oppervlakte te slaan. De ogen
beschermen tijdens deze handeling.
- De oppervlakte van de afdichting van de vulling met een vochtige, schone en niet pluizerige doek schoonmaken en smeren met
een silicoon smeermiddel (referentie MANITOU : 479292).
- Visueel de staat aan de buitenkant en de bevestigingen van de luchtfilter controleren. Eveneens de staat en de bevestiging van
de rubberslangen nagaan.
De vulling van de filter nooit met droge lucht schoonmaken. De veiligheidsvulling die zich in de filtervulling bevindt nooit en te nimmer schoonmaken, deze
vulling moet vervangen worden door een nieuwe vulling als hij vervuild of beschadigd is.
B2 - BUNDEL VAN DE RADIATOR
In een vervuilde omgeving, de bundel van de radiator dagelijks schoonmaken. Gebruik geen waterstraal of hogedrukstoom, dit zou de bladen van de
radiator kunnen beschadigen.
- Doe de beschermkooi of de compartiment omhoog (zie : 2 - BESCHRIJVING : CONTROLE- EN BEDIENINGSORGANEN).
Om te voorkomen dat de bundel van de radiator vuil wordt, hem reinigen met een straal samengeperste lucht die van buiten naar
binnen moet worden gericht. Dit is de enige manier om alle onzuiverheden afdoende te verwijderen.
B3 - OLIEPEIL SNELHEIDSVERTRAGERS VOORWIELEN
Plaats de heftruck op een horizontale ondergrond met de thermische motor uit.
- Controleer het niveau van elk reductietandwiel.
- Bevestig de niveaudoppen 1 (fig. B4) horizontaal.
- Verwijder een van de niveaudoppen. De olie moet tot aan de opening komen.
- Zonodig olie bijvullen (zie : 3 - ONDERHOUD : SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) via
dezelfde openning.
- Plaats de niveaudop 1 terug en schroef deze vast (fig. B4) (aandraaikoppel 60 tot 70
N.m).
De hiervoor beschreven handelingen verrichten evenals de handelingen die hierna aangegeven worden.
3-14
www.duma-rent.com
CONTROLEREN
1
SCHOONMAKEN
SCHOONMAKEN
B3
1