Download Print deze pagina

Comelit 2.10. Series Handleiding pagina 93

Advertenties

FUNCTIETOETSEN
De functietoetsen kunnen worden gebruikt voor het uitvoeren van directe acties op het systeem. In deze sectie van het programma kunnen de acties
worden gedefinieerd die aan elke toets moeten worden gekoppeld.
Voor elke functietoets zijn er twee vervolgkeuzemenu's beschikbaar. Via het eerste menu kan worden bepaald welke actiecategorie aan de functietoets
moet worden toegewezen. Via het tweede menu (dat wordt geactiveerd wanneer de categorie in het eerste menu wordt geselecteerd) kan de specifieke
actie worden geselecteerd.
In de onderstaande tabel vindt u de koppelingen voor elke actiecategorie, geldig voor alle functietoetsen.
EERSTE MENU
TWEEDE MENU
categorie gebeurtenis
gebeurtenis gegenereerd door het indrukken van de toets
Geen
Geen actie mogelijk voor de functietoets
Scenario Inschakeling
Hiermee kan een van de onderstaande programma's voor inschakelen/uitschakelen aan de functietoets worden gekoppeld:
• Scenario P1
• Scenario P2
• Scenario P1 + P2
• Scenario n (waarbij 'n' 4 t/m 16 kan zijn)
• Alles inschakelen
• Alles uitschakelen
Alarm
Hiermee kan een van de onderstaande alarmen aan de functietoets worden gekoppeld:
• Inbraak
• 24U
• Brand
• Paniek
• Overval
• Overstroming
• Gas
• EHBO
Opdracht
Hiermee kan aan de functietoets een van de onderstaande bedieningsinstructies worden gekoppeld die door de centrale moet worden uitgevoerd:
• Toets gebeurtenis 1: het apparaat kan algemene gebeurtenissen genereren die door een daartoe geconfigureerde uitgang kunnen worden opgevangen. Deze
• Toets gebeurtenis 2: hiervoor geldt hetzelfde als voor Toets gebeurtenis 1, maar met betrekking tot de gebeurtenis 'Toets gebeurtenis 2 ingedrukt'.
• Buitengewoon: met deze opdracht kan een automatisch inschakeling n uur worden vertraagd (waarbij 'n' kan worden geprogrammeerd), zodat een activiteit langer
• Alarmen stoppen: hiermee worden actieve alarmen geblokkeerd, ongeacht of de gebeurtenissen die de alarmen hebben gegenereerd nog actief zijn. Stille alarmen
• Alarmen resetten: hiermee worden de statussen van de centrale en actieve alarmen gereset, maar niet de gebeurtenissen waardoor eventuele alarmen zijn
• Telefoonoproepen resetten: hiermee worden alle telefoonoproepen via de vaste lijn en het GSM-netwerk geblokkeerd. Tevens worden eventuele gereedstaande
• Assistentieverzoek: hiermee wordt via een telefoonoproep een assistentieverzoek aan een of meer ontvangers verzonden. (niet geïmplementeerd).
• Installateur activeren: hiermee wordt de installateurcode geactiveerd. Dit is gelijk aan het activeren van de installateurcode via het keypad met behulp van het
Uitgang activeren
Hiermee kan de activering van een van de onderstaande uitgangen aan de functietoets worden gekoppeld:
• Centrale-eenheid 1 (relais van centrale RY1)
• Centrale-eenheid 2 (uitgang TC1)
• Centrale-eenheid 3 (uitgang TC2)
• UITBR x O n, (indien er uitbreidingsmodules aanwezig zijn waarbij 'x' het adres op de bus van de uitbreiding is en 'n' de aansluitklem van de uitgang aangeeft)
Uitgang deactiveren
Hiermee kan het deactiveren van de geselecteerde uitgang aan de functietoets worden gekoppeld. De mogelijke keuzes zijn dezelfde als aangegeven voor de functie
Uitgang activeren.
Uitgang afwisselen
Hiermee kan het omschakelen (statuswisseling) van de geselecteerde uitgang aan de functietoets worden gekoppeld. De mogelijke keuzes zijn dezelfde als
aangegeven voor de functie Uitgang activeren.
ZOEMER
• Geactiveerd: de zoemerfunctie wordt geactiveerd en daardoor ook alle opties met betrekking tot de betreffende sectie.
• Ingang: de zoemer wordt geactiveerd voor de duur van de ingangstijd.
• Uitgang: de zoemer wordt geactiveerd voor de duur van de uitgangstijd.
• Alarm: de zoemer wordt geactiveerd voor de duur van de alarmtijd.
• Bel: de zoemer signaleert een eventueel geopende zone waarvoor het selectievakje Bel (Chime) is ingeschakeld. De duur van de signalering
kan worden ingesteld in de sectie Systeemparameters (zie
• Vooralarm: de zoemer wordt geactiveerd voor de duur van de vooralarmtijd.
• Waarschuwing: de zoemer wordt geactiveerd voor de duur van de waarschuwingstijd voor automatische inschakeling. De duur van de
• Pieptoon toets (alleen voor keypad en Safetouch) telkens wanneer er een toets wordt ingedrukt, klinkt er een bevestigingssignaal.
• Geen inschakeling*: voor iedere partitie die zich in de status 'geen inschakeling' bevindt (na een inschakeling), laat de zoemer van het
• Inschakeling/uitschakeling uitgevoerd: de zoemer geeft aan dat de procedure voor inschakeling/uitschakeling alarm is uitgevoerd.
* de signalering "geen inschakeling" heeft de prioriteit ten opzichte van de signaleringen ten aanzien van de inschakeling/uitschakeling.
93
configuratie maakt het mogelijk om een gebeurtenis die gedefinieerd is voor 'Toets gebeurtenis 1 ingedrukt' te genereren wanneer de
functietoets wordt ingedrukt, die door de uitgangen kan worden begrepen. Zie de secties Uitgangen en Gebeurtenissengroep.
kan doorlopen dan de voorziene inschakeltijd.
worden niet geblokkeerd.
geactiveerd en die als ze nog actief zijn een nieuwe alarmcyclus in gang zetten. Na deze bedieningsinstructie bevindt de centrale zich in dezelfde
toestand als waarin deze zich bevindt door een inschakeling.
maar nog niet verzonden berichten (SMS, e-mail, MMS) geblokkeerd.
gebruikersmenu.
waarschuwing kan worden ingesteld in de sectie Partities (zie
apparaat een toon van circa 2 sec. horen  Geselecteerd [Reg.
Na afloop van de inschakelprocedure (van alle partities waarvan wijziging van de status wordt
voorzien) zal de zoemer 1 seconde lang een continue pieptoon laten horen. Na afloop van de
uitschakelprocedure (van alle partities waarvan uitschakeling wordt voorzien) zal de zoemer 2
seconden lang een continue pieptoon laten horen.
"3.14 Systeemparameters" op pagina
"3.6 Partities" op pagina
75).
40).

Advertenties

loading