Toont de fysieke plaats van de uitgang, met aanduidingen zoals 'Centrale-eenheid' of 'Uitbreiding 8 I/O'.
ID UITGANG
Geeft een unieke identificatie aan de uitgang.
KLEM
Bevat de naam die overeenkomt met de klem van het apparaat waar de betreffende uitgang bij hoort.
PANEEL CONFIGURATIES
GEBEURTENIS 1 / 2 / 3 / 4
Zie beschrijving op pag. 95.
KOPPELING GEBEURTENISSEN (AND/OR)
Zie beschrijving op pag. 95.
GEDRAG
Zie beschrijving op pag 96.
OPTIES BERICHTEN VERZENDEN
Zie beschrijving
Opties berichten verzenden op pag.
Alle actieve apparaten moeten aan de centrale toestaan om signaleringen te versturen met de digitale kiezer voor gebeurtenissen die door het apparaat zelf