Download Print deze pagina

Comelit 2.10. Series Handleiding pagina 12

Advertenties

PARTITIE
Kolom met de naam van de partities die in het systeem aanwezig zijn. Zie
WEERGEGEVEN PARTITIES
Voor weergave van de partities waarvan u de status wilt weergegeven via het apparaat.
PARTITIES WEERGAVE TAMPERALARMEN
Hiermee kunt u bepalen naar welke partities het tamperalarm moet worden verzonden dat door het apparaat wordt gegenereerd.
Aan ieder actief apparaat moet minimaal een partitie zijn toegewezen waar het door het apparaat gegenereerde alarm van het type tamper naar toe wordt
gestuurd [Reg. 5]
PARTITIES TECHNISCHE ALARMEN WEERGEVEN
Hiermee kunt u bepalen naar welke partities er technische alarmen moeten worden verzonden die door het apparaat worden gegenereerd.
 Aan ieder actief apparaat moet minimaal een partitie worden toegekend waaraan de door het apparaat gegenereerde alarmen van technische aard moeten
worden gesignaleerd [Reg. 6]
PANEEL CONFIGURATIES
OPTIES
• Proximitylezer activeren: hiermee kan de interne RFID-lezer van het keypad worden geactiveerd (alleen keypads art. VEDOLCDPRO).
• Snel inschakelen: hiermee kan het systeem worden ingeschakeld (volledig / gedeeltelijk / scenario's) zonder dat de gebruikerscode wordt
gevraagd (volledige of gedeeltelijke uitschakeling van het systeem zal niet worden toegestaan).
• Snelle alarmen verzenden met functietoets: hiermee kunnen alarmen worden verzonden via een functietoets (F1, F2, F3, F4) op het keypad.
• Status partities weergeven: hiermee wordt het apparaat geautoriseerd om de status van de partities weer te geven.
• Alarmgeheugen weergeven: hiermee wordt het apparaat geautoriseerd om het geheugen met opgetreden alarmen weer te geven.
• Open zones weergeven: hiermee wordt het apparaat geautoriseerd om geopende zones weer te geven.
• Zones bel weergeven: hiermee wordt het apparaat geautoriseerd om geopende belzones weer te geven.
TIJD WEERGAVE SYSTEEMSTATUS
• Onbeperkt: hiermee is het mogelijk om ook indicaties te krijgen als het systeem is ingeschakeld, zonder tijdslimiet. Als dit selectievakje niet is
ingeschakeld, is het veld Tijd geactiveerd. Deze optie moet uitgeschakeld zijn, om conformiteit met de normen CEI EN 50131-1 en 50131-
3 te waarborgen.
• Seconden: als het selectievakje Onbeperkt niet is ingeschakeld, wordt in dit veld de tijd in seconden gedefinieerd dat er bij het inschakelen van het
systeem informatie op het apparaat wordt weergegeven.
uitgeschakeld systeem altijd zichtbaar ook als de status van het systeem niet zichtbaar is (bijv.: door de tijd voor weergave van de status van het
systeem op nul in te stellen)
TAMPERALARMCYCLI
• Onbeperkt: hiermee kunnen oneindige tamperalarmcycli worden gegenereerd. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, is het veld Cycli
geactiveerd.
• Cycli: als het selectievakje Onbeperkt niet is ingeschakeld, wordt in dit veld bepaald hoeveel tamperalarmcycli het geselecteerde apparaat in één
inschakelcyclus (van de ene inschakeling tot de volgende inschakeling) kan genereren.
TECHNISCHE ALARMCYCLI (BUS/SPANNINGSNIVEAUS)
• Onbeperkt: hiermee kunnen oneindige technische alarmcycli worden gegenereerd. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, is het veld Cycli
geactiveerd.
• Cycli: als het selectievakje Onbeperkt niet is ingeschakeld, wordt in dit veld bepaald hoeveel technische alarmcycli het geselecteerde apparaat in
één inschakelcyclus (van de ene inschakeling tot de volgende inschakeling) kan genereren.
ACTIES CYCLUSMODUS PROXIMITYKAART (ALLEEN VOOR ART. VEDOLCDPRO)
Wanneer er een geldige en geautoriseerde RFID-sleutel bij een apparaat wordt gehouden dat deze sleutel kan lezen, kan er een totale inschakeling
of totale uitschakeling worden uitgevoerd (van de partities waarvoor er bevoegdheid is) en kan het systeem op een gepersonaliseerde wijze worden
ingeschakeld (zie de gebruikshandleiding voor keypad art. VEDOLCDPRO voor het gebruik van deze functie).
Als deze inschakelprocedure wordt gebruikt, worden op het keypad de ingestelde scenario's (max. 4) in een cyclus weergegeven. De gebruiker kan
kiezen welke moeten worden geactiveerd.
Deze sectie van het programma kan worden gebruikt om de scenario's te definiëren die overeenkomen met de overgangsfasen van de cyclusmodus
die op het display van het keypad wordt weergegeven.
Voor elk van de 4 fasen van de cyclusmodus zijn er twee vervolgkeuzemenu's beschikbaar. In het eerste menu kan de optie Scenario / Inschakeling
worden geselecteerd. In het tweede menu kan worden gekozen uit een aantal standaardconfiguraties of enkele inschakelscenario's die kunnen worden
aangepast (zie
"3.9 Scenario's" op pagina
• Scenario P1: voor de bevoegde partities worden hier alle zones ingeschakeld waarvan het selectievakje Deel 1 is ingeschakeld (indien de
standaardinstellingen niet gewijzigd zijn).
• Scenario P2: voor de bevoegde partities worden hier alle zones ingeschakeld waarvan het selectievakje Deel 2 is ingeschakeld (indien de
standaardinstellingen niet gewijzigd zijn).
• Scenario P1+P2 voor de bevoegde partities worden hier alle zones ingeschakeld waarvan het selectievakje Deel 1 of Deel 2 is ingeschakeld (indien
de standaardinstellingen niet gewijzigd zijn).
• Scenario n (waarbij 'n' 4 t/m 16 kan zijn): alle inschakelingen/uitschakelingen worden uitgevoerd die in het geselecteerde scenario zijn gedefinieerd.
• Alles inschakelen: voor de bevoegde zones worden hier alle zones ingeschakeld.
• Alles uitschakelen: voor de bevoegde partities worden hier alle zones uitgeschakeld.
12
 NIET geselecteerd [Reg. 17]
 Geselecteerd [Reg. 12]
 
Geselecteerd [Reg. 13]
45):
"3.6 Partities" op pagina 40
voor informatie over hoe u de naam kunt wijzigen.
=0 [Reg. 17] De signalering geheugen alarmen op de bedieningsapparaten is bij
 NIET geselecteerd [Reg. 14]
 Geselecteerd [Reg. 18]
 Geselecteerd [Reg. 15]

Advertenties

loading