PANEEL PARTITIES
PARTITIE
Kolom met de naam van de partities die in het systeem aanwezig zijn. Zie
TOON STATUS VAN HET SYSTEEM
Hiermee kan worden bepaald van welke partities er gegevens over optische en/of akoestische inschakeling/uitschakeling kunnen worden verzonden.
Aan ieder apparaat moet minimaal één partitie zijn gekoppeld waar de informatie over inschakeling/uitschakeling van lichtsignalen en/of geluidssignalen
naartoe wordt gestuurd [Reg. 23]
PARTITIES WEERGAVE TAMPERALARMEN
Hiermee kunt u bepalen naar welke partities het tamperalarm moet worden verzonden dat door het apparaat wordt gegenereerd.
apparaat moet minimaal een partitie zijn toegewezen waar het door het apparaat gegenereerde alarm van het type tamper naar toe wordt gestuurd [Reg. 5]
PANEEL CONFIGURATIES
EIGENSCHAPPEN DRAADLOZE UITGANGEN
• Serienummer: op het moment van verkrijgen verschijnt het serienummer van de uitgang van de sirene.
• Type: vervolgkeuzemenu; op het moment waarop de draadloze code van het apparaat wordt verkregen, kan worden vastgesteld of de verkregen
code afkomstig is van een draadloze sirene of een draadloze uitgang. Dit waarborgt dat er een correcte code voor het apparaattype wordt
verkregen en zorgt ervoor dat de juiste methode voor communicatie met het apparaat in de centrale wordt ingesteld.
• Registratie (Aanleren): hiermee start de registratiefase op het systeem van de uitgangscode van de sirene.
• Verwijderen: hiermee wordt de code van de geselecteerde positie verwijderd en is deze weer beschikbaar om aan een nieuw draadloos apparaat
(uitgang of sirene) te worden gekoppeld.
REGISTRATIE VAN EEN SIRENE
1. Reset de sirene (alleen bij eerder geregistreerde sirenes):
a. Sluit de voeding af (batterij).
b. Druk op de learn-toets.
c. Houd de learn-toets ingedrukt en geef stroom.
d. Wacht totdat de sirene begint te knipperen.
e. Laat de learn-toets weer los.
2a. O fflineregistratieviahetserienummer:voer het serienummer in, kies het type apparaat en druk op ENTER. (Let op: om een apparaat
te wissen waarvan de configuratie nog niet naar het systeem is verstuurd, moet het veld worden leeggemaakt door het serienummer te
verwijderen en op ENTER te drukken).
Eigenschappen draadloze sirene
Serienummer
Sirene
Type
Voltooidesysteemconfiguratie:koppel de sirene aan de draadloze uitbreiding door op de learn-knop of de tamper te drukken.
Aanleren
RSSI (indicatielampje vermogen signaal 0-100)
2b. S ireneopsysteemregistreren:druk op de knop Registratie in SafeManager en koppel daarna de sirene aan de draadloze uitbreiding
met de learn-knop of de tamper.
Lezen
OVERIGE OPTIES
Opties sirene
• Controle batterij deactiveren: wanneer deze optie wordt geselecteerd, wordt de batterij die de sirene voedt niet meer gecontroleerd op correcte
Time-out led knipperen
Gelijk aan time-out van de sirene
Volume sirene
Normaal-hoog
Time-out activering
2 minuten
RSSI (INDICATIELAMPJE VERMOGEN SIGNAAL 0-100)
RSSI is het vermogen van het draadloze signaal tussen de sirene die wordt gebruikt en de draadloze zender waaraan deze gekoppeld is, waarbij 0 staat
Geluid bij inschakelen sirene
voor een afwezig signaal en 100 de maximaal haalbare waarde is.
Geluid bij inschakelen / uitschakelen
• Lezen: als deze toets wordt ingedrukt, wordt het draadloze signaal gelezen. De minimumwaarde van RSSI-verkrijging moet gelijk zijn aan 40 RSSI.
Led activeren bij inschakelen sirene
Led activeren bij inschakelen / uitschakelen
Led geactiveerd
OPTIES SIRENE
Tijd draadloze controle (minuten)
• Time-out knipperende led: voor toekomstig gebruik.
Gebeurtenis 1
• Volume sirene: toekomstig gebruik.
Type gebeurtenis
Partities
• Time-out activeren: voor toekomstig gebruik.
Subtype gebeurtenis
OR alarm
• Geluid bij inschakeling sirene: voor toekomstig gebruik.
• Geluid bij inschakeling/uitschakeling: voor toekomstig gebruik.
Gebeurtenis
Alarm zone
• Activering led bij inschakeling sirene: voor toekomstig gebruik.
Polariteit
Direct
• Led activeren bij inschakeling/uitschakeling: voor toekomstig gebruik.
Gebeurtenis 2
• Led geactiveerd: voor toekomstig gebruik.
Type gebeurtenis
Systeem
• Tijd draadloze controle (minuten): hiermee kan de tijd worden ingesteld dat wordt gewacht totdat er een storingssignaal wordt verzonden als
Subtype gebeurtenis
OR alarm
Gebeurtenis
Sabotage
GEBEURTENIS 1 / 2 / 3 / 4
Polariteit
Direct
Zie beschrijving op pag. 95.
Gebeurtenis 3
KOPPELING GEBEURTENISSEN (AND/OR)
Type gebeurtenis
Zie beschrijving op pag. 95.
Subtype gebeurtenis
Gebeurtenis
Polariteit
29
Gebeurtenis 4
Type gebeurtenis
Andere opties
Controle batterij deactiveren
Verwijderen
0
werking.
NIET geselecteerd [Reg. 26]
3
AND / OR
OR
Partitie 1
Partities
Partitie 2
Partitie 3
Partitie 4
de sirene niet reageert.
"3.6 Partities" op pagina 40
voor informatie over hoe u de naam kunt wijzigen.
Partitie 5
Partitie 6
Partitie 7
Partitie 8
Aan ieder actief