Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Planning Van De Synchronisatie - Gigaset N870 IP PRO Instructies

Instructies voor planning en meting
Verberg thumbnails Zie ook voor N870 IP PRO:
Inhoudsopgave

Advertenties

Projecteren van het DECT-netwerk

Planning van de synchronisatie

Basisstations die samen een DECT-netwerk vormen, moeten onderling kunnen synchroniseren.
Dit is een voorwaarde voor een probleemloze overgang van de handsets van de ene radiocel
naar de andere (roaming en handover). Tussen cellen die niet gesynchroniseerd zijn, is handover
niet mogelijk.
De synchronisatie verloopt in de regel via een zogenaamde luchtinterface (air interface), d.w.z.
via het draadloze DECT-netwerk. Dit betekent dat de signaalsterkte tussen aangrenzende basis-
stations voldoende moet zijn voor de synchronisatie. De richtwaarde hiervoor bedraagt mini-
maal –70 dBm, maar kan door omgevingsfactoren worden beïnvloed. Zie voor meer informatie
over dit onderwerp paragraaf Grenswaarden vastleggen,
Synchronisatie heeft betrekking op een cluster. U kunt meerdere clusters configure-
ren, die onderling niet gesynchroniseerd worden; een overgang is dan niet mogelijk.
U kunt via de webinterface een cluster met een basisstation van een andere DECT-
Managers of buiten het Gigaset N870 IP Multicell System synchroniseren.
Basisstations kunnen ook via LAN worden gesynchroniseerd. Om handover mogelijk
te maken, moet ook hier een minimale signaalsterkte worden bereikt,
Informatie over de LAN-synchronisatie en het synchroniseren met basisstations van
andere DECT-Managers vindt u in de gebruiksaanwijzing „Gigaset N870 IP Multicell
System – Installatie, configuratie en gebruik".
De synchronisatie via DECT verloopt via de master-slave-procedure. Dit houdt in dat een basis-
station (master) de synchronisatie-timing doorgeeft aan één of meerdere basisstations (slaves).
Aangezien in een multicel-DECT-netwerk meestal niet alle basisstations beschikken over een
adequate verbinding met alle andere basisstations, is het niet mogelijk slechts één enkel master-
station te gebruiken en alle andere als slave te configureren. Daarom moet u een zogeheten syn-
chronisatiehiërarchie tot stand brengen. Deze hiërarchie kunt u met de webinterface van de
DECT-manager configureren.
Tijdens de configuratie wijst u aan ieder basisstation een niveau in de synchronisatiehiërarchie
toe (sync-level). Sync-level 1 is het hoogste niveau; dit niveau bestaat in elke cluster slechts één
keer. Een basisstation wordt altijd gesynchroniseerd met een basisstation dat een hoger sync-
level bezit. Als een basisstation meerdere basisstations met een hoger sync-level ziet, dan syn-
chroniseert het zich met het basisstation met het sterkste signaal. Als het geen basisstation met
een hoger sync-level ziet, dan is synchronisatie niet mogelijk. Een Gigaset N870 IP PRO basissta-
tion geeft zijn synchronisatiestatus aan met een LED-indicatie.
Informatie over het synchroniseren van basisstations vindt u in de gebruiksaanwijzing voor
Gigaset N870 IP PRO.
Het is nuttig om de basisstations al bij de planning een naam te geven die de locatie
in het gebouw duidelijk weergeeft. Voer deze naam op het schema in. Noteer boven-
dien de toewijzing van de namen aan de MAC-adressen van de apparaten.
Dit maakt de latere configuratie van de synchronisatiehiërarchie in de webinterface
en het toewijzen van de geïnstalleerde apparaten veel eenvoudiger.
18
¢
pagina 27.
¢
pagina 12.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave