5. Transducer — via een adapterkabel kan hierop een CPT-S
CHIRP-transducer met conische straal worden aangesloten.
Opmerking: U kunt GEEN RealVision™ Max 3D-, RealVision™ 3D-,
DownVision™- of SideVision™-transducers aansluiten op displays van
het S-model.
6. NMEA 2000 — voor aansluiting op een SeaTalkng ®- of
NMEA 2000-netwerk, met behulp van de meegeleverde SeaTalkng ®
naar DeviceNet-adapterkabel, of een geschikte DeviceNet-kabel.
7.
Network — de 2 netwerkconnectoren zijn bedoeld voor het aansluiten
van RayNet-apparaten.
8. Ground (aarde) — het optionele aardingspunt mag alleen worden
gebruikt wanneer het display last heeft van interferentie op het
touchscreen door apparatuur in de buurt. Het aardingspunt moet worden
verbonden met hetzelfde RF-aardingspunt als de apparatuur die de
interferentie veroorzaakt, of met de negatieve accupool.
9.4 Kabels aansluiten
Volg de onderstaande stappen om de kabel(s) op uw product aan te sluiten.
1. Zorg ervoor dat de voeding van het schip is uitgeschakeld.
2. Zorg ervoor dat het apparaat dat wordt aangesloten is geïnstalleerd
overeenkomstig de installatie-instructies die bij dat apparaat zijn
meegeleverd.
3. Zorg voor de juiste richting en druk de kabelconnectoren volledig op de
bijbehorende connectoren.
4. Vergrendel eventuele vergrendelingsmechanismes om een stevige
verbinding te garanderen (bijv.: draai borgringen rechtsom totdat ze strak
vastzitten of vastklikken).
5. Zorg ervoor dat blanke kabeluiteinden correct zijn geïsoleerd om
kortsluiting en corrosie als gevolg van het indringen van water te
voorkomen.
Kabels en aansluitingen - algemene informatie
9.5 Aansluitingen met blanke uiteinden
U dient ervoor te zorgen dat alle gestripte kabeluiteinden voldoende zijn
beschermd tegen kortsluiting en het binnendringen van water.
Aansluitingen met blanke uiteinden
Aanbevolen wordt aansluitingen met blanke uiteinden te verbinden door
deze te solderen of door krimpschoenen te gebruiken en de verbinding
daarna te beschermen met isolatietape.
Ongebruikte blanke uiteinden
Alle ongebruikte blanke uiteinden van kabels moeten terug worden
gevouwen en in isolatietape gewikkeld.
53