9
Relaisuitgang
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies aanhouden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
•
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voor-
schriften, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de
sensoren en de voedingen worden aangehouden.
Voedingsspanning kiezen
Sluit de voedingsspanning aan conform de navolgende aansluitsche-
ma's. De elektronica met relaisuitgang is in veiligheidsklasse 1 uitge-
voerd. Voor het aanhouden van deze veiligheidsklasse is het absoluut
noodzakelijk, dat de randaarde op de interne aardklem wordt aangeslo-
ten. Houd de algemene installatievoorschriften aan. Verbindt de VEGAS-
WING in principe met de tankaarde (PA) resp. bij kunststof tanks met het
naastgelegen aardpotentiaal. Aan de zijkant van de behuizing bevindt
zich daarvoor een aardklem tussen de kabelwartels. Deze verbinding
dient voor het afleiden van elektrostatische opladingen. Bij Ex-toepassin-
gen moet u als eerste de opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlij-
ke omgeving aanhouden.
Aansluitkabel kiezen
De VEGASWING wordt met standaard 3-aderige kabel zonder afscher-
ming met ronde doorsnede aangesloten. Indien elektromagnetische
instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN
61326 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel
worden gebruikt.
Gebruik een geschikte kabelwartel en kies afhankelijk van de kabeldia-
meter een passende afdichting.
Gebruik voor een VEGASWING in explosiegevaarlijke omgevin-
gen alleen toegelaten kabelwartels.
Aansluitkabel voor Ex-toepassingen kiezen
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschrif-
ten worden aangehouden.
VEGASWING 61, 63
Fig. 15: VEGASWING 61, 63 - elektronica met relaisuitgang
1
Controle-LED
2
DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling
3
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Het verdient aanbeveling de VEGASWING zodanig aan te sluiten, dat het
schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail
safe).
De relais worden altijd in de rusttoestand getoond.
14
Relaisuitgang
Fig. 16: VEGASWING 61, 63 - aansluitschema - relaisuitgang
1
Relaisuitgang
2
Relaisuitgang
3
Voedingsspanning
VEGASWING 66
Fig. 17: Elektronica- en aansluitruimte eenkamerbehuizing
1
Controlelamp - storingsmelding (rood)
2
Controlelamp - schakeltoestand (geel)
3
Controlelamp - bedrijfstoestand (groen)
4
Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (min./
max.)
5
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
1
6
Aardklem
2
7
Aansluitklemmen
3
Het verdient aanbeveling de VEGASWING zodanig aan te sluiten, dat het
schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail
safe).
De relais worden altijd in de rusttoestand getoond.
Fig. 18: Aansluitschema eenkamerbehuizing
1
Voedingsspanning
2
Relaisuitgang SPDT
3
Relaisuitgang SPDT
+
-
L1
N
1 2 3 4 5 6
4
5
3
2
1
max
0,7
min
0,47
on
7
+
-
L1
N
1 2
3 4 5 6 7 8
1
2
7 8
1
2
3
g / cm 3
R
6
3
Vibratie